Algemene instructies
•
D e
omgevingstemperatuur voor
een normale werking van uw
machine ligt tussen 15 en 25°C.
• Bevroren leidingen kunnen
s c h e u r e n e n b a r s t e n . I n
streken waar de temperatuur
o n d e r n u l g a a t , k a n d e
omgevingstemperatuur de goede
werking van de elektronische
kaart in gevaar brengen.
• Zorg ervoor dat de zakken van
de kleren die u in uw machine
stopt geen vreemde voorwerpen
bevatten (spijkers, naalden,
m u n t s t u k k e n , a a n s t e k e r s ,
lucifers, tangen, enz.) . Deze
voorwerpen kunnen uw machine
beschadigen.
We raden aan de machine de
eerste keer in bedrijf te nemen
met het katoenprogramma
aan 90° en zonder wasgoed
door een ½ dosis wasmiddel
de
in het 2
compartiment van
de wasmiddellade te gieten.
Alvorens het toestel te gebruiken
g e p a s t e
• G i e t u w w a s m i d d e l o f
wasverzachter bij het begin
v a n e l k e w a s b e u r t i n d e
wasmachinelade, aangezien
wasmiddelen of wasverzachters
die langdurig in contact blijven
met de lucht opdrogen en aan de
wasmiddellade blijven kleven.
• Wanneer u uw machine geruime
tijd niet gebruikt, koppel ze
dan af en sluit de watertoevoer
a f. L a a t b o v e n d i e n d e d e u r
openstaan om te voorkomen
dat zich vieze geurtjes vormen
door de vochtigheid.
• Het is mogelijk dat er een
b e e t j e w a t e r i n u w n i e u w e
machine zit. Dit is te wijten
aan de controleprocedures die
uitgevoerd worden tijdens de
fabricatie. Dit zal uw machine
niet beschadigen.
•
D e n k
e r a a n
v e r p a k k i n g s m a t e r i a le n v a n
uw machine schadelijk kunnen
zijn voor kinderen.
• Houd verpakkingsmateriaal
buiten het bereik van kinderen
of gooi het op gepaste wijze
weg.
A
d a t
d e
NL
55