In geval van verkeerde behandeling of verkeerd gebruik accepteert de fabrikant
geen aansprakelijkheid.
Controleer na elke herafstelling altijd of de schroeven stevig zijn
aangedraaid om een zo veilig mogelijk gebruik van de boorinstallatie
te garanderen.
Het draaihendel monteren
Monteer het draaihendel (1) op de
rechter –of linkerzijde van het
drager (2) aan de hand van het te
verrichten werk.
Controleer of het draaihendel (1)
goed vast zit
De Boorinstallatie Verankeren
Verankering in beton d.m.v. geleidepinnen
Gebruik
Markeer de positie van de boorgaten voor
bevestiging op het te boren oppervlak.
Boor een gat (Ø 15) 50 mm diep (A) waarin de
geleidepin M12 (B) zal worden geplaatst; steek
de geleidepin erin en zet het vast met de
geleidepinsleutel (C).
Schroef de snelklemschroef (D) in de geleidepin.
Installeer de boorinstallatie.
Bevestig de sluitring (E) en uiteindelijk de
bevestigingsmoer (F) op de snelklemschroef (D).
Bevestig de sluitring (E) en uiteindelijk de
bevestigingsmoer (F) op de snelklemschroef (D).
Vóór en na het vastdraaien van de moer (F),
dient u de 4 afstelbare schroeven af te stellen om
de installatie op het oppervlak aan te passen.
Controleer of de boorinstallatie
stevig en veilig is geïnstalleerd.
Voor metselwerk moeten Rawl-
Geleidepinnen worden
gebruikt.
29
Klick