OPMERKING:
o De nauwkeurigheid van de uitlezing is niet gegarandeerd voor spanningen hoger dan 3V rms.
o Gebruik een afgeschermde kabel voor het meten van kleine signalen in een luidruchtige omgeving.
• Temperatuurmetingen
Meet geen aders met een spanning hoger dan 1000VDC of 750VAC rms.
o Stel de draaischakelaar in op het °C-bereik. De lcd geeft de huidige omgevingstemperatuur.
o Koppel het zwarte en het rode meetsnoer van de thermokoppel type K met de °C- respectievelijk de COM-bus..
o Raak het object met de sonde van de thermokoppel.
o Lees de waarde van het lcd-scherm af.
• Stroommetingen
Meet geen aders met een spanning hoger dan 1000VDC of 750VAC rms.
Om beschadiging van de meter te vermijden, controleer de zekering voor elk gebruik. Gebruik de
gepaste bussen, functie en bereik voor alle metingen.
o Stel de draaischakelaar in op het 4000µA-, het 400mA- of het 10A-bereik.
o Druk op FUNC. om de DCA- of de ACA-modus te selecteren.
o Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus en het rode meetsnoer met de mA-bus voor een stroom van maximum
400mA. Voor een stroom van max. 10A, verbind het rode meetsnoer met de 10A-bus.
o Verbind de meetsnoeren in serie met het circuit.
o Lees de gemeten waarde van het lcd-scherm af. De polariteit van het rode meetsnoer verschijnt bij DC-metingen op het lcd-
scherm.
o Verschijnt enkel 'OL' op de display, kies dan een hoger bereik aangezien het bereik te klein is.
• Alarm bij verkeerde aansluiting
Om beschadiging van de meter te vermijden, is de meter uitgerust met een alarmfunctie. Controleer de
aansluitingen, het bereik en de bussen van zodra de meter piept.
5. Onderhoud
Repareer de meter niet zelf tenzij u over de nodige vaardigheden en informatie beschikt omtrent onderhoud, ijking en prestatie.
a. Algemeen onderhoud
Om elektroshocks en/of beschadiging te vermijden, vermijd het insijpelen van water in de behuizing.
Verwijder de meetsnoeren en ingangssignalen alvorens de behuizing te openen.
Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solvent.
Maak de bussen schoon:
• Schakel de meter uit en ontkoppel de meetsnoeren.
• Verwijder het vuil in de bussen.
• Dompel een wattenstaafje in een glijmiddel en maak de bussen schoon.
b. Vervangen van de zekering
Ontkoppel alle meetsnoeren en/of connectoren van het circuit. Vervang de zekering enkel door een
identiek exemplaar.
• Schakel de meter uit.
• Ontkoppel alle meetsnoeren en/of connectoren van de bussen.
• Open het batterijvak met behulp van een geschikte schroevendraaier.
• Verwijder de zekering uit de zekeringhouder.
• Plaats een nieuwe zekering (F500mA/250V, Ø 5 x 20mm).
• Sluit het batterijvak.
DVM1500
12
VELLEMAN