4.7 STARTPROGRAMMA VAN DE BRANDER
Normaal
Thermostaat
Groene led en motor
Ontstekingstransfo
Klep
Vlam
Vergrendeling
B
Aangeduid door de LED (controlelamp) op de bedienings- en controledoos (3, fig. 1, blz. 1).
4.8 REGELING OM EEN ONSTABIELE VLAM TE VERMIJDEN BIJ HET STARTEN
VAN DE BRANDER
Dat probleem kan zich voordoen als de temperatuur van de stookolie onder + 5°C daalt.
1) JUISTE STAND VAN DE ELEKTRODEN, (zie fig. 13, blz. 6).
2) REGELING VAN DE POMP
De pomp verlaat de fabriek en is voorgeregeld op 12 bar.
Als de temperatuur van de stookolie daalt onder + 5°C, dan moet men de druk verhogen tot 14 bar.
3) REGELING VAN DE VERBRANDINGSKOP
Regel de kop op een hogere waarde dan de waarde die voorzien is in het instructieboekje.
Voorbeeld: volgens het instructieboekje moet men de kop regelen op stand 3. Regel hem dus op stand 4.
4) REGELING VAN DE LUCHTKLEP
Regel de luchtklep zodanig dat de Bacharach niet kleiner is dan 1.
(t.t.z. een verbranding met een minimum overdreven lucht).
2585
~
12s
In veiligheid (vergrendeling)
bij gebrek aan ontsteking
~
12s
8
NL
B
5 s
D5029