VERWARMINGSINSTELLINGEN
Om van minimum naar maximum te veranderen voorzichtig drukken op de controleknop en deze
verdraaien naar positie 3. Om van maximum naar medium te gaan voorzichtig drukken op de
controleknop en deze verdraaien naar positie 2.
HET VERWARMINGSTOESTEL UITZETTEN
Zet het verwarmingstoestel uit aan de cilinder of verdraai de schakelaar op de regelaar naar de
"OFF"-stand. Als het verwarmingstoestel langere tijd niet zal worden gebruikt, koppel de regelaar dan
los van de cilinder en breng de eventuele beschermklep of het deksel opnieuw aan.
Let op!
Oefen geen grote druk uit op de controleknop, de knop moet worden ingedrukt vooraleer u de
verwarmingscontrole-instellingen verandert. De controleknop zal niet verdraaien zonder naar onder te
drukken. Zorg dat de knop is vergrendeld in de vereiste verwarmingsinstelling/positie.
WAARSCHUWING
1. Lees de instructies vooraleer u het toestel in gebruik neemt.
2.
Gebruik een gepaste regelaar.
3.
Probeer nooit aan te zetten als de slang lijkt los te zitten of beschadigd is.
4.
Druk de ontstekingsknop niet meer dan 40 seconden in.
5.
Koppel de regelaar nooit los terwijl het cilinderventiel of de regelaar open is.
6.
Vervang de gascilinders niet in zone waarin open vuur bestaat.
7.
Stel uw gascilinder niet bloot aan extreme hitte.
8.
Bewaar geen andere cilinders in de kamer waarin uw verwarmingstoestel wordt gebruikt.
9.
Steek geen vinger of enig ander materiaal doorheen het frontpaneel van het verwarmingstoestel.
10. Laat minstens 1 meter afstand tussen uw verwarmingstoestel en gelijk welke andere hittebron.
11. Laat geen onbevoegde personen prutsen aan uw verwarmingstoestel.
12. Gebruik het toestel niet onder elektrische wandstopcontacten.
13. Gebruik het verwarmingstoestel niet in badkamers, douches of zwembaden, vrijetijdsvoertuigen
zoals caravans of motorhomes.
14. Dit verwarmingstoestel mag niet worden gebruikt zonder een gascilinder aangebracht voor
stabiliteitsdoeleinden.
15. Dek uw verwarmingstoestel niet af. Stoffen, kledingstukken, wandtapijten, gordijnen, bedlinnen en
andere ontvlambare materialen kunnen ontbranden indien tegen de uitlaatopeningen van uw
verwarmingstoestel geplaatst.
16. In het geval van lekken moet het verwarmingstoestel worden uitgezet aan het regelaarventiel en de
regelaar moet worden losgekoppeld van de cilinder.
17. Na gebruik het toestel uitzetten aan de regelaarschakelaar op ventiel en de regelaar losgekoppeld
van de cilinder.
18. Gebruik uitsluitend in goed verluchte zones.
OPSLAG
1. Koppel de cilinder los en verwijder deze van het toestel.
2. Bewaar cilinders in een goed verluchte zone uit de buurt van brandbaar materiaal. De opslag moet
buiten plaatsvinden. Cilinders mogen niet worden opgeslagen in een kelder of in een flatgebouw.
3. Het verwarmingstoestel moet worden afgedekt in een droge, stofvrije zone in zijn originele
verpakking.
REINIGING
1. Gebruik een vochtige in zeepwater gedrenkte doek om de buitenzijde en de
gascilinderopslagzone van uw verwarmingstoestel te reinigen.
2. Zorg dat geen water terechtkomt op de branders of waakvlamzone. Veeg het verwarmingstoestel
volledig droog vooraleer in gebruik te nemen.
3. Gebruik geen schuurmiddelen aangezien deze de kwaliteit van de verfafwerking kunnen
beschadigen.
24