Gebruik het apparaat niet op een
geplaveid of met grind bedekt oppervlak,
want uitgeworpen of omhoog geslingerd
materiaal kan dan verwondingen
veroorzaken.
Zorg elke keer vóór de ingebruikname
ervoor dat het apparaat conform de
voorschriften is afgesloten. (
Maak uzelf vertrouwd met de aan- / uit-
schakelaar, opdat u in noodsituaties snel
en juist kunt reageren.
De beschermkap in de vultrechter moet de
vulopening bedekken en onbeschadigd
zijn - vervang de beschermkap indien deze
defect is.
Gevaar voor letsel!
Gebruik de machine uitsluitend in volgens
de voorschriften gemonteerde staat. Als er
onderdelen aan de machine ontbreken
(bijv. wielen), komen de afstanden niet
meer met de veiligheidsvoorschriften
overeen, bovendien staat de machine
mogelijk minder stabiel.
Inspecteer elke keer vóór de
ingebruikname of de machine in de
staat conform de voorschriften
verkeert!
Conform de voorschriften houdt in dat de
machine volledig gemonteerd is, dit
betekent met name dat:
– het bovenstuk van de trechter op het
onderstuk van de trechter is
gemonteerd,
– de vultrechter op de basismachine is
gemonteerd en de twee
afsluitschroeven handvast zijn
aangedraaid,
– de wielvoet compleet is gemonteerd,
– de beide wielen zijn gemonteerd,
82
– alle veiligheidsvoorzieningen (o.a.
uitwerpschacht, beschermkap)
aanwezig en in goede staat zijn,
– de snijeenheid (messenschijf) is
gemonteerd,
– alle messen volgens de voorschriften
zijn gemonteerd.
11.3)
De op het apparaat geïnstalleerde
schakel- en veiligheidsinrichtingen mogen
niet worden verwijderd of overbrugd.
Inspecteer de messenschijf op
beschadigingen en vervormingen en
vervang deze indien nodig.
4.6 Tijdens het werken
Werk niet met het apparaat bij regen,
onweer en met name niet bij
blikseminslaggevaar.
Bij een vochtige ondergrond is er meer
gevaar voor letsel, omdat de gebruiker
minder stabiel staat.
Om uitglijden te voorkomen moet er
bijzonder voorzichtig worden gewerkt.
Indien mogelijk het apparaat niet op een
vochtige ondergrond gebruiken.
Werk alleen bij daglicht of bij goede
kunstverlichting.
Het werkgebied moet tijdens de gehele
duur van de werkzaamheden schoon en in
orde worden gehouden. Verwijder
voorwerpen met struikelgevaar, zoals
stenen, takken, kabels enz.
De standplaats van de gebruiker mag niet
hoger dan de standplaats van het
apparaat zijn.
Werk nooit als er zich dieren of
personen, in het bijzonder
kinderen, binnen het gevaarlijke
gebied bevinden.
Starten:
Voor het starten het apparaat in een
stabiele stand brengen en rechtop
neerzetten. Het apparaat mag in geen
geval liggend in gebruik worden genomen.
Start het apparaat voorzichtig, volgens de
aanwijzingen in het hoofdstuk "Apparaat in
gebruik nemen". (
10.5)
Blijf bij het starten van de
verbrandingsmotor of het inschakelen van
de elektromotor uit de buurt van de
uitwerpopening. Er mag geen
hakselmateriaal in de tuinhakselaar
aanwezig zijn als deze wordt gestart of
ingeschakeld. Hakselmateriaal kan eruit
worden geslingerd en letsel veroorzaken.
Bij het starten mag het apparaat niet
worden gekanteld.
Herhaaldelijke inschakelingen binnen
korte tijd, met name "spelen" met de
aan- / uit-schakelaar, dienen te worden
vermeden.
Gevaar voor oververhitting van de
elektromotor!
De door dit apparaat veroorzaakte
spanningsschommelingen bij het starten
kunnen bij ongunstige omstandigheden op
het net storingen veroorzaken bij andere
inrichtingen die op dezelfde stroomkring
zijn aangesloten.
In dit geval moeten passende maatregelen
worden genomen (bijv. aansluiting op een
andere stroomkring dan de betroffen
inrichting, gebruik van het apparaat op een
stroomkring met een lagere impedantie).
Werken:
Kans op letsel!
Houd handen of voeten nooit
boven, onder of tegen draaiende
onderdelen.
0478 201 9914 B - NL