Onderhoud aan de OMNIA® dompelpompen is, wanneer deze onder normale omstandigheden werken, niet noodzakelijk.
Het regelmatig schoonmaken van de met de vloeistof in aanraking komende onderdelen, waaronder de waaier, is aan
te bevelen.
PROBLEEM
1) DE POMP POMPT GEEN
WATER, DE MOTOR DRAAIT
NIET
2) DE POMP GEEFT GEEN
WATER, MAAR DE MOTOR
DRAAIT
3) DE POMP GEEFT WEINIG
WATER
4) DISCONTINUE WERKING
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/
96/EG inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan
binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden
ingezameld en te worden afgevoerd naar een recycle bedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
MOGELIJKE OORZAAK
1) Geen electrische energie.
2) Steker niet goed eringestoken.
3) Differentiaalschakelaar
ingegrepen.
4) Pomprotor geblokkeerd.
5) Motor of condensator
beschadigd.
1) Aanzuigrooster verstopt.
2) Antiterugkeerklep geblokkeerd
3) Lucht in de behuizing van de
pomprotor (luchtbellen).
1) Aanzuigrooster gedeeltelijk
verstopt.
2) Leiding verstopt.
3) Pomprotor versleten.
1) Vaste deeltjes verhinderen
normaal lopen van de
pomprotor.
2) Temperatuur van de vloeistof te
hoog.
3) Spanning buiten tolerantie.
4) Vloeistof te dik.
5) Motor defect.
REMEDIE
2) Controleer de aanwezigheid van
electrische spanning, doe de steker er
goed in.
3) Zet de differentiaalschakelaar weer aan.
In het geval dat deze opnieuw ingrijpt
moet men zich wenden tot een
gespecialiseerde electriciën.
4) Haal de onraad weg uit de pomprotor.
5) Neem contact op met de klantenservice.
1) Reinig het rooster.
2) Reinig of vervang de klep.
3) Herhaal een aantal keren het
opstarten zodat de lucht er
helemaal uit gaat.
1) Reinig het rooster.
2) Verwijderen de onraad.
3) Neem contact op met de klantenservice.
1) Verwijder onraad.
3) Neem gegevens op typeplaatje in
acht.
4) Verdun de gepompte vloeistof.
5) Neem contact op met de klantenservice.
NL
21