REC-meetwaardegeheugen
Het meetwaardegeheugen registreert de minimum- en de maximum-waarden van het
koolstofdioxidegehalte.
- De REC-functie kan in meetbedrijf door indrukken van de toets „REC" (7) worden
ingeschakeld.
- Op het display verschijnt het symbool „REC" met een pieptoon.
- De registratie begint. De automatische uitschakeling is uitgeschakeld
- Om de max-waarden op te roepen, drukt u nogmaals op de toets „REC" (7). Op het
display verschijnt „MAX" en de waarde wordt ingeladen vanuit het geheugen, en
zichtbaar gemaakt. Na nogmaals indrukken wordt de min-waarde zichtbaar met de
indicatie „MIN". De MIN/MAX-indicatie kan met de toets „ESC" (4) beëindigd wor-
den. Er wordt teruggekeerd naar de „REC" meetwaarderegistratie. Op het display
wordt nu alleen nog „REC" weergegeven.
- Om de REC-functie uit te schakelen, houdt u de toets „REC" (7) gedurende ca. 2 s
ingedrukt. Het symbool „REC" dooft.
De opgeslagen meetwaarden blijven alleen in REC-registratiebedrijf behouden. Als deze
functie beëindigd wordt resp. het meetapparaat uitgeschakeld, dan wordt ook het geheu-
gen gewist.
RS232-interface
Het meetapparaat bezit voor het uitwisselen van gegevens met een computer een seriële interface (11).
Deze bevindt zich aan de rechterzijde van de behuizing onder een deksel. Open de klep met een puntig
voorwerp. De interface is uitgevoerd onder de vorm van een 3,5mm bus, en vereist een speciale data-
kabel, die als optie verkrijgbaar is.
De datakabel is aangesloten als volgt:
Jack-stekker 3,5 mm mono
Middelste contact
Buitencontact
Het seriële datasignaal bestaat uit 16 bits met de volgende sequentie:
D15 D14 D13 D12 D11 D10 D9 D8 D7 D6 D5 D4 D3 D2 D1 D0
9pol. D SUB-bus voor pc
Pin 4
Pin 2
Tussen pin 2 en pin 5 is een weerstand van 2,2 kohm
vereist.
51