ring over de valse-luchtopening (26) tot een maximale ope-
ning ontstaat.
Nat zuigen
Zuig met de zuiger geen brandbare of explosieve
u
vloeistoffen, zoals benzine, olie, alcohol, oplosmidde-
len. Zuig geen hete of brandende stoffen. Gebruik de
zuiger niet in vertrekken waar ontploffingsgevaar
heerst. Het stof, de dampen of de vloeistoffen kunnen
ontbranden of exploderen.
Vóór het nat zuigen
– Maak het reservoir (1) leeg.
– Reinig de filter (27) en plaats deze weer terug in de zuiger
(zie „Filter reinigen/verwisselen (zie afbeeldingen
I1−I2)", Pagina 49).
De zuiger is uitgerust met een vlotter. Als het maximale ni-
veau is bereikt, wordt het zuigen gestopt.
Telkens na het nat zuigen
– Maak het reservoir (1) leeg.
– Verwijder het water uit de filter (27).
Na het nat zuigen ter voorkoming van schimmelvorming
– Pak het bovenstuk van de zuiger (5) af en laat het goed
drogen.
– Neem de filter (27) eruit en laat deze ook goed drogen
(zie „Filter reinigen/verwisselen (zie afbeeldingen
I1−I2)", Pagina 49).
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Verwijder de accu, voordat u de zuiger onderhoudt of
u
reinigt, apparaatinstellingen uitvoert, accessoires
verwisselt of de zuiger opbergt. Deze voorzorgsmaatre-
gel voorkomt onbedoeld starten van de zuiger.
Houd de zuiger en de ventilatieopeningen schoon om
u
goed en veilig te werken.
Voor onderhoud door de gebruiker moet de zuiger gedemon-
teerd, gereinigd en onderhouden worden, voor zover dat
zonder gevaar voor onderhoudspersoneel en andere perso-
nen mogelijk is. Vóór de demontage moet de zuiger gereinigd
worden om eventuele gevaren te voorkomen. De ruimte
waarin de zuiger gedemonteerd wordt, dient goed geventi-
leerd te worden. Draag tijdens het onderhoud persoonlijke
beschermingsmiddelen. Na het onderhoud moet de onder-
houdsomgeving worden gereinigd.
Minstens eenmaal per jaar moet door de fabrikant of door
een geïnstrueerd persoon een stoftechnische controle wor-
den uitgevoerd, bijvoorbeeld op beschadigingen van de fil-
ter, de dichtheid van de zuiger en de werking van de contro-
levoorziening.
Bij zuigers van klasse L die zich in een vuile omgeving bevon-
den, moeten de buitenzijde en alle machinedelen worden ge-
reinigd of met afdichtmiddelen worden behandeld. Wanneer
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden uitge-
voerd, dienen alle verontreinigde delen die niet naar tevre-
Bosch Power Tools
denheid kunnen worden gereinigd, te worden afgevoerd. De-
ze delen moeten in ondoorlaatbare zakken worden afge-
voerd in overeenstemming met de geldende bepalingen voor
het afvoeren van dit afval.
– Reinig de behuizing van de zuiger af te toe met een vochti-
ge doek.
– Reinig vervuilde laadcontacten met een droge doek.
Reservoir reinigen (zie afbeeldingen H1−H2)
Reinig het reservoir (1) na elk gebruik om de optimale pres-
taties van de zuiger te behouden.
– Open de sluitingen (2) en pak het bovenstuk van de zui-
ger (5) af.
– Schud het reservoir (1) boven een geschikte afvalbak uit.
– Indien nodig reinigt u het reservoir met een vochtige
doek.
Indien nodig, reinigt u de filter (zie „Filter reinigen/verwis-
selen (zie afbeeldingen I1−I2)", Pagina 49).
– Breng het bovenstuk van de zuiger (5) weer aan en sluit
de sluitingen (2).
Filter reinigen/verwisselen (zie afbeeldingen I1−I2)
De zuigcapaciteit is afhankelijk van de filtertoestand. Reinig
daarom de filter regelmatig.
Verwissel een beschadigde filter direct.
– Open de sluitingen (2) en verwijder het bovenstuk van de
zuiger (5).
– Draai de filter (27) tot aan de aanslag in draairichting
en neem deze van de filterhouder (28).
– Filter droog:
Klop de filter (27) bij een geschikte afvalbak uit. Let erop
dat u de lamellen van de filter niet beschadigt.
Om de maximale zuigkracht te behouden, borstelt u de la-
mellen van de filter met een zachte borstel af.
of
Filter nat:
Spoel de filter (27) onder stromend water uit en laat deze
daarna goed drogen.
of
Verwissel een beschadigde filter (27).
– Steek de filter (27) over de filterhouder (28) en draai de-
ze tot aan de aanslag in draairichting .
– Breng het bovenstuk van de zuiger (5) weer aan en sluit
de sluitingen (2).
Zorg ervoor dat de sluitingen goed vastklikken.
Storingen
Controleer bij onvoldoende zuigcapaciteit:
– Is het reservoir (1) vol?
▷(zie „Reservoir reinigen (zie afbeeldingen H1−H2)", Pa-
gina 49).
– Is de filter (27) met stof dichtgeslibt?
▷(zie „Filter reinigen/verwisselen (zie afbeeldingen
I1−I2)", Pagina 49).
– Is de capaciteit van de accu te zwak?
▷(zie „Accu opladen", Pagina 47).
Nederlands | 49
1 609 92A 551 | (02.07.2019)