Tijdens het gebruik van het apparaat
kunnen storingen optreden. Hieronder
vermelden we enkele storingen, die
meestal het gevolg zijn van onjuist gebruik en die u
zelf verhelpen kunt.
Het apparaat functioneert niet na
aansluiting op het electriciteitsnet
Controleer of er spanning op het stopcontact
staat en of het apparaat aan staat.
Het rode lampje brandt
De deur wordt te vaak geopend of blijft te lang
open staan.
De deur is niet goed gesloten (misschien zit er
iets tussen de deur, hangt de deur scheef of is de
rubber band beschadigd,..).
Stroomuitval gedurende langere tijd.
Er is een te grote hoeveelheid verse
levensmiddelen in de diepvriezer geplaatst.
Het koelsysteem werkt al langere
tijd ononderbroken
Zet de schakelaar voor de wijze van functioneren
van ononderbroken op automatisch.
De compressor en de condensor koelen niet
voldoende. Controleer of de lucht ongestoord
circuleert. Reinig de condensator.
Moeilijkheden bij het openen van de
deur
Wanneer u de deur van de diepvrieskast wilt openen
als deze juist of nier lang geleden geopend was,
kan het gebeuren dat dit moeilijk gaat. Tijdens het
openen van de deur ontsnapt er namelijk wat koude
lucht uit het apparaat en hiervoor in de plaats komt
warme lucht uit de omgeving. Bij het koelen van
deze lucht onstaat een onderdruk, waardoor de deur
moeilijk geopend kan worden. Na enkele minuten (5-
10) is de toestand weer normaal en kunt u de deur
zonder moeilijkheden openen.
Geluid
Voor het koelen in de koel- en diepvriesapparaten
zorgt een koelsysteem met compressor, dit
veroorzaakt echter ook een zeker geluid. De
geluidssterkte is afhankelijk van de opstelling, het
juiste gebruik en hoe oud het apparaat is.
Wanneer de compressor in werking is, kan het
geruis van vloeistof hoorbaar zijn, terwijl bij
stilstand van de compressor het stromen van
vloeistof hoorbaar zijn. Dat is normaal en heeft
geen invloed op de levensduur van het apparaat.
Na de ingebruikname van het apparaat kunnen de
werking van de compressor en het stromen van
de koelvloeistof luider zijn. Dit duidt niet op een
storing en heeft geen invloed op de levensduur
van het apparaat. Na verloop van tijd nemen deze
geluiden af.
Soms treden tijdens de werking van het apparaat
ook ongewone of sterkere geluiden op, die
niet gebruikelijk en meestal het gevolg zijn van
onjuist opstellen. (Het apparaat moet waterpas
en stabiel op een stevige ondergrond staan. Het
mag geen wanden of andere elementen raken.)
WIJ BEHOUDEN HET RECHT VOOR OP
VERANDERINGEN DIE DE FUNCTIE
VAN HET APPARAAT NIET BEINVLOEDEN.