Terugslag ("Kickback")
-
Het gevaar van een gevaarlijke terugslag („Kickback") tijdens het zagen
met de kettingzaag is reëel.
-
Terugslag („Kickback") ontstaat als het bovenste uiteinde van de
zaaggeleiding (zaagblad) door onoplettendheid in aanraking komt met
hout of andere harde voorwerpen (10).
-
Voordat de zaag „de snede inzet" kan hij ongewild zijwaarts een weg
zoeken of wegspringen (OPPASSEN: in deze situatie ontstaat een
verhoogd risico op terugslag).
-
In beide situaties kan de zaag ongecontroleerd en met grote kracht in de
richting van de persoon die zaagt teruggeslagen worden. Gevaar voor
lichamelijk letsel! Om terugslag („Kickback") te voorkomen moet
u de volgende regels in acht nemen:
-
Insteekwerk, d.w.z. het rechtstreeks met het uiteinde van de zaaggeleider
in het hout aanzetten, mag uitsluitend door speciaal daarvoor opgeleid
personeel uitgevoerd worden!
-
Zet een snede nooit aan met de punt van de zaaggeleiding.
-
Houd de punt van de zaaggeleiding altijd in het oog en wees uiterst
voorzichtig als u een reeds aangezette snede verder wilt zetten.
-
Als u een snede in wilt zetten doe dat dan altijd met lopende ketting.
-
Zorg ervoor dat de zaagketting altijd correct geslepen is. Let daarbij
vooral op de juiste maat van de dieptebegrenzing.
-
Probeer nooit meerdere takken tegelijk door te zagen! Let op dat u bij het
zagen van een tak niet per ongeval een andere tak raakt.
-
Bij het inkorten moet u op in de buurt liggende takken letten.
Werkomstandigheden en –technieken
-
Werk alleen bij goed zicht en goede verlichting. Let in het bijzonder op
gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw (slipgevaar). Er bestaat verhoogd
slipgevaar op de schors van vers ontbast hout.
-
Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Zorg ervoor dat er zich geen
obstakels op de werkplek bevinden (gevaar voor struikelen). Wees
steeds alert dat u met beide benen in evenwicht bent.
-
Zaag nooit boven schouderhoogte (11).
-
Zaag nooit vanaf een ladder (11).
-
Klim nooit in een boom om er werkzaamheden uit te voeren zonder de
speciale persoonlijke veiligheidsvoorzieningen en de nodige
veiligheidsvoorzieningen voor de kettingzaag. Wij raden u aan om
steeds vanaf een hoogtewerker te werken.
-
Zaag nooit vanuit een voorovergebogen houding.
-
Blijf er voortdurend alert op dat alle lichaamsdelen zich tijdens het zagen
buiten het „zwenkbereik" van de zaagketting bevinden (12).
-
Gebruik de kettingzaag uitsluitend voor het zagen van hout.
-
Zorg ervoor dat de zaag de grond niet raakt als de ketting nog loopt.
-
Gebruik de kettingzaag nooit als hefboom of iets dergelijks, voor het
optillen en/of verwijderen van stukken hout of van andere voorwerpen.
-
Verwijder vreemde voorwerpen zoals zand, stenen, spijkers etc. die in
het werkbereik liggen. Vreemde voorwerpen beschadigen de zaag en
zijn de oorzaak van een gevaarlijke terugslag („Kickback").
-
Bij het inkorten van reeds gezaagde stukken moet u een stevige en
stabiele bok gebruiken (gebruik daarvoor een speciale zaagbok 13). Het
is verboden om het hout met de voet proberen te klemmen of om het te
laten vasthouden door een tweede persoon.
-
Ronde stukken hout moeten tegen verdraaien tijdens het zagen geborgd
worden.
-
Tijdens het inkorten moet de getande beugel (13, Z) in het te zagen
stuk hout gezet worden. Overigens raden wij eveneens aan om deze
techniek bij het doorzagen van dikke takken of stammen te gebruiken.
-
Om in te korten (dwarssneden) moet de getande beugel eerst stevig in
de te zagen tak (of stam) geduwd worden. Pas daarna mag u, met
lopende zaagketting, de snede inzetten. U doet dit door de achterste
handgreep omhoog te halen terwijl u met de beugelgreep leidt. De
getande beugel doet dienst als scharnierpunt. Met een lichte druk op de
beugelgreep zaagt u nu dieper terwijl u gelijktijdig de kettingzaag met de
andere greep een weinig achteruit trekt. Zet vervolgens de getande
beugel iets dieper aan en herhaal de gecombineerde draaibeweging met
de beide handgrepen.
-
Vanwege het verhoogde terugslaggevaar („Kickback") mogen
insteek- en langssneden alleen door speciaal geschoold personeel
uitgevoerd worden.
-
Langssneden (14) moeten onder de kleinst mogelijke hoek ingezet
worden. Gezien de getande beugel niet kan ingrijpen moet er bij dit soort
sneden uiterst behoedzaam te werk gegaan worden.
-
De zaag mag slechts met lopende zaagketting uit het hout gehaald
worden.
-
Als er meerdere zaagsneden nodig zijn, dan moet de gashendel
tussendoor losgelaten worden.
58
10
11
12
Z
13
14