PANNEAU DE COMMANDE
Le panneau de commandes permet de faire tous les réglages
nécessaires pour le fonctionnement de l'appareil et d'afficher
les valeurs des principaux paramètres et les alarmes.
Avertissements préliminaires
Pour que l'installation soit correcte, il faut que le panneau :
Soit installé sur un mur, si possible non périphérique, qui
ne soit pas traversé par des tuyaux chauds ou froids.
Soit fixé à environ 1,5 m du sol.
Ne soit pas installé à proximité d'une porte ou d'une fenêtre,
38
d'un appareil de cuisson, d'un radiateur ou d'un ventilo-
convecteur et, plus généralement, qu'il se trouve pas dans
une situation pouvant fausser les températures relevées.
Soit installé en tenant compte de la longueur maximale du
câble de raccordement (50 m maximum).
Pour le branchement, utiliser un câble blindé.
Le câble de raccordement ne doit pas présenter de
jonctions; au cas où celles-ci seraient nécessaires, elles
doivent être étanches et bien protégées.
Les canalisations éventuelles du câble de raccordement
doivent être séparées de celles des câbles de tension.
Positionnement
- Séparer le panneau de commande de la base.
- Tracer les points de fixation en utilisant la base comme
gabarit.
- Percer un trou dans le mur pour faire passer les câbles.
Branchement
- Faire passer le câble pour brancher le panneau de com-
mande à l'appareil à travers le trou présent sur la base.
- Fixer la base à l'aide de vis et de chevilles appropriées.
- Brancher le câble aux bornes de la commande en respec-
tant la polarité.
- Remonter le panneau de commandes sur le socle.
Réglages
- Régler les paramètres 100 et 101 ainsi que les courbes
climatiques (voir paragraphe Courbes climatiques).
1
Trous pour la fixation
2
Bornier
3
Trou pour passage connexions
1
Boringen voor de bevestiging
2
Klemmenbord
3
Boring voor passage van verbindingen
OK
1,5 m
HYDRONIC UNIT
BEDIENINGSPANEEL
Met het bedieningspaneel worden alle noodzakelijke regelin-
gen voor de werking van het apparaat uitgevoerd en worden
de waarden van de hoofdzakelijke parameters en de alar-
men weergegeven.
Voorafgaande voorschriften
Denk er aan dat voor een correcte installatie het paneel:
Op een wand moet geïnstalleerd worden, zo mogelijk niet
op een buitenmuur, waardoor geen warme of koude lei-
dingen lopen
Op ongeveer 1,5 m van de grond moet bevestigd worden.
Niet mag geïnstalleerd worden in de buurt van deuren of
vensters, kooktoestellen, radiatoren, ventilatorluchtkoe-
lers of meer in het algemeen situaties die schommelingen
in de gemeten temperaturen kunnen veroorzaken.
Geïnstalleerd moet worden in functie van de maximum-
lengte van de aansluitkabel (maximum 50 m).
Aangesloten wordt met een afgeschermde kabel.
De aansluitkabel mag geen naden hebben; als ze nodig
zijn, worden ze waterdicht gemaakt en op gepaste wijze
afgeschermd.
Eventuele kabelgoten van de aansluitkabel moeten ge-
scheiden gehouden worden van kabels onder spanning.
Plaatsing
- Maak het bedieningspaneel los van de basis.
- Maak merktekens voor de bevestigingspunten met be-
hulp van de basis als sjabloon
- Maak een boring in de wand voor de passage van de
verbindingen.
Verbinding
- Steek de kabel voor verbinding van het bedieningspaneel
met het apparaat door de boring in de basis.
- Bevestig de basis met geschikte schroeven en pluggen.
- Sluit de kabel aan op de klemmen van de bediening en
houd rekening met de polariteit.
- Monteer het bedieningspaneel terug op de voetplaat.
Regelingen
- Stel de parameters 100 en 101 in en regel de klimaatcur-
ven (zie paragraaf Klimaatcurven).
3
1
1
2