Functielijst
De camera bedienen
Het gebruik van het besturingswiel
• U kunt het besturingswiel draaien of op de boven-/onder-/linker-/
rechterkant van het besturingswiel drukken om het geselecteerde kader te
veranderen. Druk op z in het midden van het besturingswiel om het
geselecteerde onderdeel in te stellen. In deze handleiding wordt het
drukken op de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel
aangegeven met v/V/b/B.
• Wanneer u het besturingswiel draait of op b/B op het besturingswiel
drukt in de weergavefunctie, kunt u het vorige of volgende beeld
weergeven.
• De DISP-functie is toegewezen aan v op het besturingswiel. U kunt met
deze functie de weergave op het scherm veranderen.
• In de standaardinstellingen is [Standaard] toegewezen aan z in het
midden van het besturingswiel. Wanneer u op z drukt, wordt de
automatische scherpstellingsfunctie geactiveerd en stelt de camera scherp
op de onderwerpen in het middengedeelte van de monitor.
NL
NL
15