NL
A
B
C
Fig. 20: Montageset
Installatierichtlijnen
Kies een groot, vlak oppervlak voor montage die een
gemakkelijke toegang voor de EVOLUTION 5000 TIC en
voldoende kabellengte voor elektrische aansluitingen. Zorg er
voor dat de lader wordt geïnstalleerd in een gebied zonder
direct spatwater en extreme temperatuuromstandigheden.
Montage bevestigingsrails
1. Boor twee gaten in beide Unistrut rails (A in Fig. 20) m.b.v.
a 7 mm (.281) boor.
Boor montagegaten, 38 mm (1-½ inches) in vanaf de
buitenranden van de rails.
2. Plaats de bovenste rail op de cab wall, ongeveer 100 mm
(4 inches) afstand van obstructies.
3. Boor, m.b.v. een Unistrut rail als mal, twee gaten in de cab
wall met een 5 mm (.201) boor.
4. Tap gaten voor ¼-20 montagebouten.
5. Positioneer de onderste rail op de cab wall, op 165 mm
(6-½ inches) afstand van het hart van de top rail.
6. Herhaal stappen 3 en 4 voor de montage van de onderste
rail.
7. Bout beide rails op hun plek met roestvaststalen ¼-20
bouten.
Montage van de voertuiglader op rails
1. Schuif de Unistrut veermoer (B in Fig. 20) in de rail en draai
deze 90° voor het plaatsen van de moer in de V-groef. Er is
één moer nodig voor de bovenste rail, en twee voor de
onderste rail.
2. Plaats de RVS bouten (C in Fig. 20) door de montagegaten
die in de lader zijn gegoten.
3. Plaats de neopreen rubber ring (D in Fig. 20) over de bout,
lijn de bout uit met de veermoer en draai deze vast.
NL
OPMERKING: Voeg bij vertikale montage van de lader een
tweede neopreen ring toe aan elk van de onderste twee
bouten.
Elektrische aansluitingen
D
Voedingsvereisten
Het voertuiglaadsysteem verbruikt zoveel stroom dat
uiteindelijk de accu van het voertuig leeg kan raken, wanneer
het voertuig stilstaat gedurende een periode langer dan 12
uur zonder dat de accu wordt geladen.
Daarom wordt het aanbevolen dat de lader wordt
geïnstalleerd m.b.v. een hoofd- AAN/UIT schakelaar waarbij
de voeding direct van de accu komt, van een extra lader of
wordt aangesloten op wisselspanningvoeding wanneer het
voertuig in de garage staat.
Elektrische specificaties
INGANGS SPANNINGSBEREIK
INGANGS SP
INGANGS SP
INGANGS SP
INGANGS SP
ANNINGSBEREIK
ANNINGSBEREIK
ANNINGSBEREIK
ANNINGSBEREIK
INGANGSSTROOM
INGANGSSTROOM
INGANGSSTROOM
INGANGSSTROOM
INGANGSSTROOM
NORMALE ACCU LAADTIJD
NORMALE ACCU LAADTIJD
NORMALE ACCU LAADTIJD
NORMALE ACCU LAADTIJD
NORMALE ACCU LAADTIJD
Installatie
1. Sluit de pos.kabel (rood) aan op de voorbereide draad van
de voedingskabel op een gezekerde, in-line aansluiting
met de hoofdschakelaar. Sluit aan op de geschakelde zijde
van de ontsteking- of voedingsbron.
2. Sluit de negatieve kabel (zwart) van de voedingskabel aan
op een goed massapunt.
3. Bevestig, dat met de voedingsspanning ingeschakeld, dat
de voedingsLED groen is. Wanneer er sprake is van enig
ander resultaat, zie dan de "Richtlijnen voor
probleemoplossen" in het "Onderhoud, probleemoplossen
en service" deel van deze handleiding.
9. Algemeen onderhoud
Controleer na elk gebruik:
de EVOLUTION 5000 TIC op structurele-, hitte- of chemi
sche beschadigingen.
de mechanische delen, om er voor te zorgen dat er geen
schroeven los zitten en geen O-ringen of pakkingen los of
verkeerd zitten.
alle lenzen op warmtebeschadiging, chemische
beschadiging, barsten en breuken.
om er voor te zorgen dat alle waarschuwingslabels nog
intact zijn.
accu - zie "Verzorging en installatie van de accu".
lader- en camera LEDs op juiste indicatie dat het systeem
goed functioneert.
Voertuiglaadsysteem
12,5 tot 26,0 VDC
(gezekerd bij de bron)
Minder dan 2,0 Amps DC
2,5 uur
95