vastgelegd. Het apparaat kan nu worden afgesteld. De blauwe weergave op de
buitenbewegingsmelder gaat bij elke detectie branden. Deze testmodus wordt 5 minuten na de
laatste detectie automatisch afgebroken. Anders dient u de stroomvoorziening te onderbreken
en de testmodus weer tot stand te brengen.
Afstelling en verbergen
Het multifunctionele objectief genereert in de buitenbewegingsmelder 7 stralen met lange
reikwijdte en een gordijn van 7 stralen met gemiddelde tot korte reikwijdte. Bewegingen dwars
op de stralen zorgen voor de beste reactie en het grootste detectiebereik, terwijl bewegingen
in de richting van de melder een zwakker resultaat tot gevolg hebben. Het apparaat registreert
temperatuurwijzigingen en bewegingen in het stralenrooster; daarom moeten voorwerpen
zoals bomen, struiken, vijvers, warmtewisselaars van airconditioning en dieren bij de
positionering van de melder in acht worden genomen. De meldermodule bezit twee
schuifkleppen om de aftasthoek te verkleinen. Er worden extra diafragma's meegeleverd om
het stralenrooster nog verder te beperken, bijv. als er een minimale aftasthoek van 10 graden
nodig is. De diafragma's worden aangebracht op de draai-/kantelmodule, zoals weergegeven
in afb. 8. Elk deel van het melderobjectief dekt een roosterbereik van ca. 10° af. Zie afb. 8.