Bevestig het stuur met de 2 bijgeleverde schroeven (kruisschroevendraaier niet bijgeleverd). Operatie A
van Afb. 2.
b) De versie PW 135C - IP 1350S - PW 145C - IP 1450S is uitgerust met een straalbuis (28) waarop via een
bajonetaansluiting een standaard kop met mondstuk (27) kan geplaatst worden of een draaiende kop met
mondstuk (18).
Monteer één van de twee koppen in functie van het werk dat u wenst uit te voeren. Plaats hem in de straalbuis
en draai hem in wijzerzin tot volledige blokkering van de aansluiting. Blokkeer hem tot slot door de Securfi x
moer (11) te roteren in wijzerzin. Operatie I op Fig. 2.
Voor demontage moet de Securfi x moer (11) losgedraaid worden in tegenwijzerzin, moet de kop in de zitting
van de straalbuis gedrukt worden en geroteerd worden in tegenwijzerzin totdat hij gedeblokkeerd wordt.
Verwijder de kop vervolgens volledig. Operatie H op Fig. 2.
c) Rol de hogedrukleiding (23) af. Sluit het aansluitelement met de snelkoppeling (24) aan op het
aansluitelement van de wateruitgang (8). Vastschroeven en spannen. Operatie C van Afb. 3.
d) Schroef het uiteinde van de hogedrukleiding (23) (zijde zonder snelkoppeling) aan op het schroefdraad van
het waterpistool (14). Tot het einde vastschroeven met twee vaste sleutels van 17 mm (niet bijgeleverd).
Operatie D van Afb. 3.
4.2 C
A
ONTROLE EN
WAARSCHUWING
• De watertoevoer moet in staat zijn een voldoende capaciteit te garanderen voor de waterreiniger. Raadpleeg
hiervoor de waarden die in de tabel met technische gegevens staan.
In geval van twijfel richt u zich tot een Gespecialiseerd Technicus.
• Voorzie de waterreiniger niet van water met een temperatuur van meer dan 40 °C/98 °F of minder dan
5°C/41°F.
• De druk van het toevoerwater mag niet hoger zijn dan 8 bar/116 psi
• Stel de waterreiniger niet in werking bij een aanzuigdiepte van meer dan 0 m/ 0 ft.
• Stel de waterreiniger niet in werking zonder watertoevoer.
• Voorzie de waterreiniger niet van zout of onzuiver water. Mocht dit toch gebeuren, laat de waterreiniger
dan enkele minuten met schoon water werken.
ATTENTIE
• Houd u aan de voorschriften met betrekking tot de aansluiting op de waterleiding die van kracht zijn in
het land van installatie van de waterreiniger.
4.3 C
A
ONTROLE EN
ATTENTIE
• Laat door een Gespecialiseerd Technicus controleren of de elektriciteitstoevoer van uw installatie
overeenkomt met de gegevens op het identifi catieplaatje (7) dat zich op de waterreiniger bevindt. Met name
de voedingsspanning mag niet meer dan ± 5 % afwijken van de op het plaatje vermelde waarde.
• De aansluiting op het elektriciteitsnet moet door een Gespecialiseerd Elektricien tot stand worden gebracht, in
overeenkomst met de IEC 364 norm of gelijkaardige normen die van kracht zijn in het land van gebruik. Met name
het stopcontact waarop de waterreiniger wordt aangesloten moet worden uitgerust met een aardegeleider, een
adequate zekering (de waarde daarvan staat op het identifi catieplaatje en in de tabel met technische gegevens),
en moet beveiligd worden door een elektromagnetische differentiaalschakelaar met een gevoeligheid die de 30
mA niet overschrijdt.
• Mocht de elektriciteitskabel te kort blijken te zijn, dan kan een verlengsnoer gebruikt worden. Controleer of
deze niet langer dan 10 meter/32,8 ft is, of de doorsnede van de stroomdraden ten minste 1,5 mm² bedraagt
en of stekker en stopcontact waterdicht zijn. Om bovengenoemde aanwijzingen te respecteren dient u zich
tot een Gekwalifi ceerd Elektricien te wenden.
Het gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan gevaarlijk zijn.
5 W
ERKING
ATTENTIE
• Het gebruik van de waterreiniger vereist aandacht en voorzichtigheid. Vertrouw de waterreiniger niet aan
anderen toe zonder dat u zich, onder eigen verantwoording, ervan vergewist heeft dat deze tijdelijke gebruiker
62
W
ANSLUITING OP DE
ANSLUITING OP HET
ATERLEIDING
E
LEKTRICITEITSNET