NL
De lus wordt nu om de daarvoor aanwezige haak gelegd
en voorzichtig teruggetrokken.
Mescilinder monteren (afb. 12)
Schuif de mescilinder (7) op de aandrijfas (18) van het
apparaat. De mescilinders (7) kunnen rechts- en linksom
worden gemonteerd. Let erop dat het boorgat van de me-
scilinder (7) en de aandrijfas (18) zijn uitgelijnd. Nu wordt
de schroef M8 (17) doorgestoken en met de moer M8 (16)
geborgd. Haal de moer (16) handvast aan. Voor demon-
tage: In omgekeerde volgorde te werk gaan.
8. Bediening
In- en uitschakelen van de machine (afb. 8)
Om het ongewenst inschakelen van de motorschoffel-
machine te voorkomen, is de gashendel (1a) uitgerust
met een ontgrendelingsknop (12), die ingedrukt moet
worden, voordat de aan/uit-schakelaar (13) kan worden
ingedrukt. Als de aan/uit-schakelaar (13) wordt losge-
laten, schakelt de motorschoffelmachine uit. Voer deze
procedure enkele keren door, zodat u zeker weet dat
uw apparaat goed functioneert. Voordat u reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoert,
moet u controleren of de mescilinder niet draait en het
apparaat is losgekoppeld van de stroomvoorziening.
De door de greep (1a/b) aangegeven veiligheidsafs-
tand tussen de behuizing en de gebruiker moet altijd
in acht worden genomen. Tijdens werkzaamheden aan
struikgewassen en hellingen moet uiterst voorzichtig
te werk worden gegaan. Zorg altijd voor een stabiele
stand, draag schoenen met antislipbestendige zolen
en een lange broek. Werk altijd dwars op een helling.
Hellingen van meer dan 15 graden mogen met de mo-
torschoffelmachine vanwege veiligheidsredenen niet
worden bewerkt. Wees met name voorzichtig bij het ach-
terwaarts verplaatsen en bij het trekken van de motor-
schoffelmachine. Gevaar voor struikelen!
Aanwijzingen voor correct werken
Breng de motorschoffelmachine langzaam en voorzich-
tig naar voren. Werk de oppervlakken in rechte banen
af. Laat deze iets overlappen om geen strepen te laten
staan. Gebruik het apparaat alleen voor reeds losge-
maakte aarde. Het apparaat mag niet gebruikt worden
om grasperken om te graven.
Gevaar!
De mescilinder draait na het uitschakelen van de motor
nog enkele seconden verder. Probeer nooit de mescilin-
der te stoppen. Als de bewegende mescilinder op een
voorwerp slaat, moet de motorschoffelmachine worden
uitgeschakeld en wacht u tot de mescilinder volledig tot
stilstand is gekomen. Controleer vervolgens de toes-
tand van de mescilinder.
Als deze is beschadigd, moet de cilinder worden ver-
vangen. Leg het gebruikte apparaatsnoer
in lussen voor de gebruikte contactdoos op de aarde.
Werk uit de buurt van de contactdoos resp. de kabel en
let op dat het snoer altijd buiten het te bewerken opper-
vlak ligt, zodat het snoer niet door de motorschoffelma-
chine wordt overreden.
40 І 72
www.scheppach.com service@scheppach.com +(49)-08223-4002-99 +(49)-08223-4002-58
Transport en opslag (afb. 10-11)
Trek voor transport het netsnoer van het apparaat uit
het stopcontact!
Open alle vier vleugelmoeren (9) in zoverre dat de
greep naar voren geklapt kan worden. Let op! Beknel-
lingsgevaar aan de stangen. Nu kan de machine aan
de beugelstang (5) worden gedragen.
Zo kan de machine ook optimaal worden bewaard.
9. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aan-
gesloten. De aansluiting voldoet aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften.
De netaansluiting van de klant en het gebruikte ver-
lengsnoer moeten eveneens aan deze voorschrif-
ten voldoen.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster- of
deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of gelei-
ding van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de
isolatie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitkabel
niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend
aansluitkabels met de aanduiding H05VV-F.
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld
staan.
Wisselstroommotor
De netspanning moet 230 Volt/50 Hz bedragen.
Verlengsnoeren moeten tot max. 25 m lengte een
diameter van 1,5 mm2 en bij een lengte van meer dan
25 m een diameter
van meer dan 2,5 mm2 hebben.
De netaansluiting wordt met 16 Amp (traag) beveiligd.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrus-
ting mogen uitsluitend door een elektromonteur worden
uitgevoerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
• Stroomtype van de motor
• Gegevens van het typeplaatje van de machine
• Gegevens van het typeplaatje van de motor
D