Riello NEXPOLAR 004 ME Instructions D'installation page 66

NexPolar
Fonction Paramètre Description
Limiet temperatuur bui-
148
tenlucht warmtebron
Lijst temperaturen 149
Limiet buitenluchttem-
150
peratuur hulpbron
Vertraging hulpbron 151
Hysteresis hulpbron 152
Sanitair warm water in
153
modus uit/off
Status van externe
154
warmtebron
Hoofdwaterpomp ver-
sus status van externe 155
warmtebron
Elektrische weerstand
verwarmingsdraad/ex- 156
tra waterpomp
Extra waterpomp 157
Delta setpoint lucht 158
Tabel met in de fabriek ingestelde functies en parameters
Fonction Paramètre Description
Configuratie van toestel 302
Code gebruikt om de drempelwaarde van de buitenluchttemperatuur in te stellen
waaronder alleen de externe warmtebron werkt volgens het algoritme (stop warmte-
pomp)
Code gebruikt om de temperatuur in te stellen die het bedieningspaneel moet weer-
geven in de zone temperatuur.
1. Temperatuur binnenlucht
2. Temperatuur uitgaand water (van sensor LWT)
3. N.G.
4. Temperatuur koelvloeistof (van sensor TR)
5. Temperatuur aanzuiging (van sensor TS)
6. Temperatuur afvoer (van sensor TD)
7. Temperatuur koelmiddel (van sensor TE)
Code gebruikt om de drempelwaarde van de buitenluchttemperatuur in te stellen
waaronder zowel de warmtepomp als de externe warmtebron in werking treden vol-
gens het algoritme.
Code gebruikt om de vertraging in te stellen waarna de externe warmtebron in wer-
king treedt wanneer (temperatuur ingesteld met code 148) < Buitenluchttemperatuur
< (temperatuur ingesteld met code 150).
Het meten van de tijd begint wanneer de activering van de externe warmtebron ge-
vraagd wordt volgens het algoritme.
Code gebruikt om de hysteresistemperatuur in te stellen die nodig is om de externe
warmtebron te activeren.
Code gebruikt om te bepalen of de logica voor de productie van warm water voor
sanitair gebruik kan geactiveerd worden wanneer het systeem in de modus uit staat:
1. Ja, de logica van het warm water voor sanitair gebruik is altijd geactiveerd
2. Nee, de logica van het warm water voor sanitair gebruik kan alleen geactiveerd
worden in de modus Verwarming of Koeling
Code gebruikt om de status van de externe warmtebron vast te leggen wanneer deze
laatste geactiveerd is en de buitenluchttemperatuur minder bedraagt dan de tempe-
ratuurwaarde ingesteld met parameter 148:
0. Altijd actief
1. Aan/Uit afhankelijk van de reële omgevingstemperatuur ten opzichte van de
setpoint van de omgevingstemperatuur (zelfde hysteresis als die van de functie
Thermostaat) Als de bediening niet geïnstalleerd is of de omgevingssensor niet be-
schikbaar is, On/Off afhankelijk van de setpoint van het water (+1/- 4°C hysteresis)
2. On/Off afhankelijk van de setpoint van het water (+1/-4°C hysteresis).
Code gebruikt om de logica van de waterpomp vast te leggen wanneer de externe
warmtebron geactiveerd is en de buitenluchttemperatuur <temperatuurwaarde in-
gesteld met code 148
0. Altijd uitgeschakeld
1. Aan/Uit afhankelijk van de status Aan/Uit van de externe warmtebron
2. Altijd actief
Code gebruikt om de uitgang gekoppeld aan PIN 12 op het klemmenbord te selecte-
ren. Als er een actieve extra waterpomp is, wordt de code gebruikt om zijn werking-
ssysteem te selecteren bij een vraag om warm water voor sanitair gebruik (SWW) (als
buitenluchttemperatuur > (temperatuurwaarde ingesteld met code 148).
0. Elektrische draadverwarming geïnstalleerd voor antivriessysteem
1. Extra waterpomp Aan/Uit afhankelijk van de logica van de hoofdwaterpomp. Dat
betekent dat wanneer het SWW (systeem van warm water voor sanitair gebruik) actief
is, de extra waterpomp AAN staat.
2. Extra waterpomp Aan/Uit afhankelijk van de logica van de hoofdwaterpomp, maar
altijd UIT wanneer het SWW actief is.
Code gebruikt om de extra waterpomp te definiëren als hij geïnstalleerd is, wanneer
de buitenluchttemperatuur < temperatuurwaarde ingesteld met code 148:
0. Altijd uitgeschakeld
1. Aan/Uit afhankelijk van de status Aan/Uit van de externe warmtebron
2. Altijd actief
Code gebruikt om de hysteresis vast te leggen ten opzichte van de setpoint
van de omgevingstemperatuur om het toestel uit te zetten wanneer het sy-
steem bedieningspaneel geïnstalleerd is en gebruikt wordt als thermostaat.
(100 bedieningspaneel code = 4).
Deze code wordt gebruikt om het toestel te configureren:
0. Alleen koeling
1. Verwarming en koeling
2. Alleen verwarming
66
Valeur de Valeur
Plage de valeurs
défaut configurée
Min Max
-20°C 65°C -20°C
1 7 1
-20°C 30°C 0°C
1 min 60 min 10 min
1°C 20°C 5°C
1 2 1
0 2 1
0 2 1
0 2 1
0 2 2
0.2°C 1°C 0.3 °C
Valeur de Valeur
Plage de valeurs
défaut configurée
Min Max
0 2 1