VOORZORGSMAATREGELEN
1. ALGEMENE OPMERKINGEN
Wanneer
een
aangesloten wordt op het openbare
waterleidingnet
of
watervoorziening
geldende voorschriften in acht te
nemen betreffende het beschermen van
de
bron,
zoals het voorkomen van
terugstromen etc.
- Wanneer de Dosatron in de leiding wordt
aangesloten, zich verzekeren dat het water
in de richting van de pijlen op het apparaat
stroomt.
- In het geval dat de installatie hoger
opgesteld staat dan de doseerpomp
zelf, bestaat de mogelijkheid dat water
terugstroomt door de pomp. Daarom is
het in deze situatie aan te bevelen een
terugslagklep achter de uitlaat van de
doseerpomp te monteren.
- In de installaties waarbij een gevaar op
overheveling bestaat, wordt aanbevolen
een antisifonklep stroomafwaarts van de
doseerpomp te plaatsen.
- Installeer de pomp niet direct boven een
vat met een zuur of andere agressieve
middelen (i.v.m opstijgende zure dampen)
en bescherm het tegen mogelijk contact
met corrosieve producten.
- Bescherm de Dosatron tegen bevriezen
door de pomp leeg te laten lopen en stel de
pomp niet in extreme hitte op.
- De Dosatron niet aan de aanzuigleiding
van de water/aanvoerpomp aansluiten
(gevaar voor hevelwerking).
- De gebruiker moet tijdens werkzaamheden
vóór
de
Dosatron
veiligheidsbril en handschoenen dragen.
BeLaNGRIJK ! Draag tijdens deze
-
werkzaamheden
altijd
Installatie
Dosatron
op
een
eigen
dient
men
de
blijven
en
een
beschermende
©
DosatRoN INteRNatIoNaL / 131
kleding, veiligheidsbril en handschoenen.
Gebruik geen gereedschap!
- De eigenaar of gebruiker van de pomp
draagt de verantwoording om jaarlijks
de
injectiepakkingen/afdichtringen
vervangen om een exacte dosering te
waarborgen.
- De gebruiker is verantwoordelijk voor het
instellen van de Dosatron. Hij wordt geacht
strikt de aanbevelingen van de fabrikant van
het chemisch concentraat in acht te nemen.
- De eigenaar of gebruiker van de
pomp draagt de verantwoording om te
controleren of de doorstroming en druk van
de installatie aan de specificaties van de
Dosatron voldoen.
- De eigenaar of gebruiker van de pomp
draagt de verantwoording om vast te stellen
of de juiste hoeveelheid injectievloeistof
wordt opgezogen om het gewenste
resultaat te bereiken.
- Het instellen van de dosering mag
nooit onder druk plaatsvinden. Draai de
watertoevoer uit en laat de druk naar nul
zakken.
- Lucht, een verontreiniging of chemische
aantasting van een afdichtring/pakking
kan het doseren beïnvloeden. Het wordt
aanbevolen om regelmatig te controlren
of er injectievloeistof wordt aangezogen.
- Vervang de aanzuigslang zodra deze
aangetast lijkt door de injectievloeistof.
- laat de Dosatron na gebruik niet onder
druk staan.
- spoelen van de Dosatron is gewenst:
. bij het vervangen van de injectie-vloeistof
. vóór onderhoud aan de Dosatron,
teneinde contact met de injectievloeistof
te vermijden.
te