VISION 2
RESERVEONDERDELEN
AANBRENGEN
Vervangen van het Vizier:
1.
Maak de hoofdbanden los en
verwijder ze van het gelaatsmasker.
2.
Verwijder de schroeven uit de
afdekking aan de voorkant en verwijder
het voorstuk van binnen uit het masker.
Maak de twee vizierklemschroeven los,
verwijder de vizierklemmen en het vizier.
3.
Controleer de O-ring en vervang
deze zo nodig. Vet de nieuwe O-ring in
met het MS4 siliconen smeermiddel.
4.
Plaats het vizier over het voorstuk
en zorg ervoor dat de haak aan het
voorstuk buiten het vizier blijft. Pas het
lipje bovenaan het vizier door de sleuf
bovenaan het buitenste siliconen masker
en pas het vizier in de gleuf in het
buitenmasker.
5.
Zet de vizierklemmen op de juiste
plaats en schroef ze vast met schroeven
en
moeren.
Vervang
vooraan en maak deze met schroeven
vast. Zorg ervoor dat het voorstuk de rand
en het bed van het vizier aan de voorkant
van de behuizing goed omsluiten.
6.
Breng het hoofdtuig aan.
Vervangen van de
Inademventielklep van het
Buitenmasker:
1.
Druk
de
ventielklep
binnenkant van het gelaastmasker naar
buiten.
2.
Verwijder de ventielklep, inspecteer
ze op slijtage en beschadigingen en
vervang ze indien nodig. Wordt de klep
niet vervangen, maak ze dan grondig
schoon met warm zeepsop, alvorens ze
terug te plaatsen.
VOORZICHTIG:
Gebruik GEEN detergenten.
3.
Breng de nieuwe ventielklep aan
over de nok van het ventielframe. Druk
het
inademventiel
schroefdraadkoppeling van het filter met
het ventielframe naar buiten en controleer
of de klep vlak tegen het ventielframe zit.
de
afdekking
aan
de
in
de
32
Vervangen het Uitademventiel:
1.
Verwijder het voorstuk en druk het
uitademingsventiel van binnen uit het
masker via het voorstuk eruit. Controleer
of het uitademventiel en de O-ring in
goede staat verkeren. Vervang ze indien
nodig.
2.
Moet de O-ring vervangen worden,
smeer de nieuwe O-ring dan met MS4
siliconenvet.
Vervangen van de
Inademventielkleppen van het
Binnenmasker:
De ventielkleppen bevinden zich aan de
binnenkant van het binnenmasker.
1.
Trek voorzichtig de ventielkleppen
en ventielpennen uit het binnenmasker.
Maak het binnenmasker schoon en breng
nieuwe ventielkleppen aan.
2.
Controleer of de ventielkleppen
nergens vast zitten en plat op het
binnenmasker liggen.
WAARSCHUWINGEN:
•
Controleer voorafgaand aan elk
gebruik de ventielkleppen om te
waarborgen dat ze schoon en
onbeschadigd zijn.
•
Controleer of de kleppen van het
inademingsventiel flexibel zijn.
•
Kleppen
en
worden vervangen, wanneer ze
enig
teken
vertonen.
VOORZICHTIG:
Rubberen onderdelen moeten altijd op
een schone, droge plaats worden
bewaard,
beschermd
zonlicht en warmte.
O-ringen moeten
van
beschadiging
tegen
direct