WAT MOET U DOEN WANNEER DE KOELKAST NIET WERKT
1- DE KOELKAST WERKT NIET
Controleren:
− de thermostaat moet op "STOP" staan.
− de hoofdstroomschakelaar moet aan staan.
− de zekering op het elektronisch mechanisme van de koelkast mag neit doorgebrand zijn.
− de stroomkabel mag nergens onderbroken zijn.
− de accu moet goed werken.
− de spanning naar de klem van het elektronisch mechanisme op de koelkast moet gelijk
zijn aan de spaning naar de accu. Bij een spanningverlies groter dan 0,2-0,4V controleert u:
− de kabel tussen de accu en het elektronisch mechanisme (zie de tabel van de instructies van
Danfoss).
− over de gehele aansluiting of eventuele verbindingspunten niet stuk zijn of niet goed vast
zitten.
− of er geen oxidatie zit op de accupolen of op de contacten.
2- DE KOELKAST MAAKT LAWAAI
Controleren of:
− de koelkast of de koelgroep moet recht en vlak staan.
− de koelkast mag geen meubels aanraken die trillingen kunnen veroorzaken.
− de buizen van het koelcircuit op de achterkant mogen nergens raken en tegen het apparaat
zelf trillen.
3- KOELKAST MET ONVOLDOENDE RENDEMENT
Controleren of:
− de deur moet hermetisch sluiten.
− de koelkast mag niet te dicht bij een warmtebron staan.
− de koelkast of de koelgroep moet voldoende geventileerd zijn.
− er mag niet te veel ijs op de verdamper zitten.
− de condensor mag niet vol stof zitten.
− de ventilator moet vrij kunnen draaien (uitvoeringen met ventilatorkoeling).
− de koelkast mag niet te vol worden geladen.
Als u dit alles gecontroleerd hebt, en er zijn nog steeds problemen, neemt u contact
op met een servicecentrum.
110