NL
•
Let erop dat de netspanning
overeenstemt met de gege-
vens van het typeplaatje op
de acculader. Er bestaat gevaar
voor een elektrische schok.
Scheid de acculader van het
•
net vooraleer verbindingen
met de accu/het elektrowerk-
tuig/het toestel gesloten of
geopend worden.
•
Houd de acculader zuiver
en uit de buurt van vocht en
regen. Gebruik de acculader
nooit in de openlucht. Door
vervuiling en het binnendringen
van water vergroot het gevaar
voor een elektrische schok.
•
De acculader mag alleen met
de bijbehorende originele
accu's gebruikt worden. Het
laden van andere accu's kan tot
verwondingen en brandgevaar
leiden.
•
Vermijd mechanische bescha-
digingen van de acculader. Zij
kunnen tot kortsluiting leiden.
•
De acculader mag niet op een
brandbare ondergrond (bijv.
papier, textiliën) gebruikt wor-
den. Er bestaat brandgevaar
wegens de verwarming die bij
het laden optreedt.
•
Als het netsnoer van dit ap-
paraat beschadigd wordt, moet
het door de fabrikant of door zijn
klantenserviceafdeling of door
een gelijkwaardig gekwalificeer-
de persoon vervangen worden
om gevaren te vermijden.
•
De accu van uw apparaat wordt
in een slechts gedeeltelijk vooraf
geladen toestand geleverd
en moet vóór gebruik voor de
eerste keer correct opgeladen
34
worden. Voor de eerste oplading
wordt aanbevolen, de batterij
ca. 5 uur lang op te laden. Steek
de batterij in de sokkel en sluit
het laadtoestel op het stroomnet
aan.
•
Trek de netstekker uit wanneer
de batterij volledig opgeladen is
en verbreek het laadtoestel van
het apparaat. De laadtijd be-
draagt ca. 5 uur.
•
Laat uw batterij niet continu op-
laden. Dat kan de batterijcellen
beschadigen. Opmerking: door
voortdurend kleine capaciteiten
bij te laden, kunnen de bat-
terijcellen beschadigd worden.
Enkel bijladen wanneer het ap-
paraat te langzaam functioneert.
RESTRISICO'S
Ook als u dit elektrische gereedschap zoals
voorgeschreven bedient, blijven er altijd
restrisico's bestaan. Volgende gevaren
kunnen zich in verband met de con-
structiewijze en uitvoering van dit elektri-
sche gereedschap voordoen:
a) Gehoorschade indien er geen geschikte
gehoorbescherming gedragen wordt.
b) Schade aan de gezondheid, die van
hand-/armtrillingen het gevolg zijn indi-
en het apparaat gedurende een lange-
re periode gebruikt wordt of niet zoals
reglementair voorgeschreven beheerd
en onderhouden wordt.
c) schade aan de longen, indien geen ge-
schikt stofmasker wordt gedragen;