Vochtigheidsinstelling
Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt de
vochtigheid in de ruimte weergegeven in het lcd-
scherm.
1. Voor automatische of stille automatische
werking stelt u het gewenste vochtigheidsniveau
in met gebruik van de knoppen voor
vochtigheidsinstelling. U kunt de vochtigheid
instellen in stappen van 5%, tussen 40% en
80%.
2. Als de vochtigheidssensor in het apparaat een
vochtigheidsniveau registreert dat lager is dan
het geselecteerde vochtigheidsniveau, schakelt
de compressor uit en werkt de ventilator op lage
snelheid. Het apparaat begint weer te werken
zodra de vochtigheid in de ruimte hoger is dan
het geselecteerde vochtigheidsniveau.
Automatisch ontdooien
Als de kamertemperatuur 16° C of lager wordt,
schakelt de sensor de compressor in om nog 25
minuten te ontvochtigen, waarna de compressor
automatisch wordt uitgeschakeld. De ventilator blijft
nog 7 minuten werken om te ontdooien.
OPMERKING: als het pictogram voor ontdooien
in het lcd-scherm wordt weergegeven, schakelt
de compressor uit en draait de ventilator op hoge
snelheid.
Beveiliging bij vol waterreservoir en
automatische uitschakeling
Als het waterreservoir vol is, geeft het apparaat 10
piepsignalen (gedurende ongeveer 5 seconden).
Het pictogram 'Waterreservoir vol' wordt op het
scherm weergegeven en het apparaat schakelt
automatisch uit. Hiermee wordt aangegeven dat het
reservoir eerst moet worden geleegd voordat het
apparaat weer kan worden gebruikt. Als het lege
reservoir weer in het apparaat is geplaatst, kan het
tot 3 minuten duren voordat de compressor van
de ontvochtiger weer begint te werken. Dit is een
beveiligingsfunctie. Als u het apparaat meteen wilt
inschakelen, neemt u de stekker uit het stopcontact
en steekt u deze weer in het stopcontact.
Druppelbeveiliging
Het apparaat bevat een automatische voorziening
om te voorkomen dat er water uit uw ontvochtiger
druppelt wanneer het waterreservoir is verwijderd.
Continue waterafvoer
Voor extra gemak wordt deze ontvochtiger geleverd
met een slang, die kan worden bevestigd om
als continue waterafvoer te dienen. Verwijder de
afvoerstop in de achterkant van het apparaat en sluit
de PVC-slang aan die bij het apparaat is geleverd.
Zet het apparaat op een geschikte plaats waar
het afgevoerde water via het open uiteinde van de
slang kan weglopen in bijv. een gootsteen, of naar
buiten, ver genoeg van de fundering af om het
water veilig af te voeren. Het water wordt nu om het
waterreservoir geleid en afgevoerd via de slang.
OPMERKING: zorg altijd dat het gedeelte met het
open uiteinde van de slang plat op de ondergrond
wordt gelegd en dat de slang niet bekneld of in de
knoop raakt.
VOORZICHTIG: de afvoerslang moet naar een lager
niveau lopen dan de afvoerstop om te zorgen dat het
water goed wegloopt.
OPMERKING: lekkage in het apparaat stroomt in het
waterreservoir; in dit geval moet het reservoir worden
geleegd.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Zet het apparaat uit en neem de stekker uit het
stopcontact.
2. Verwijder het waterreservoir voorzichtig en leeg
dit. Spoel het reservoir om in warm water.
3. Neem het apparaat af met een zachte, schone
doek. Gebruik geen benzine, terpentine,
verdunningsmiddel of andere reinigingsmiddelen
om het apparaat te reinigen.
4. Als u de gaasfilter wilt reinigen, verwijdert u deze
voorzichtig en gebruikt u een stofzuiger of koud
water om het gaas te reinigen. Laat de filter
volledig drogen in een goed geventileerde ruimte
voordat u deze weer in het apparaat aanbrengt.
OPMERKING: niet aan direct zonlicht blootstellen.
INSTRUCTIES VOOR OPSLAG
Als u de ontvochtiger gedurende langere tijd niet
zult gebruiken, dient u het apparaat als volgt op te
bergen:
1. Zet het apparaat uit en neem de stekker uit het
stopcontact.
2. Reinig en droog het apparaat grondig volgens
de bovenstaande instructies.
3. Controleer of alle onderdelen goed droog
zijn voordat u het apparaat opbergt. Berg het
apparaat niet op als er nog water in het reservoir
zit.
4. Zet het apparaat rechtop in een droge ruimte.
24