Changement des réglages de
mode
Sélection du réglage de mode
pour chaque paramètre
COMMANDER <VTR1-6/OFF>
•Sélectionnez VTR2 si vous utilisez la
télécommande fournie avec un caméscope
Sony.
•Sélectionnez VTR1 - 6 si vous utilisez la
télécommande fournie avec un appareil Sony.
•Sélectionnez OFF si vous n'utilisez pas de
télécommande ou pour empêcher que l'appareil
soit actionné par d'autres télécommandes.
HiFi SOUND <STEREO/1/2>
•En principe, sélectionnez STEREO.
•Sélectionnez 1 ou 2 pour reproduire une
cassette à double bande sonore.
REC MODE* <SP/LP>
•Sélectionnez SP pour enregistrer en mode SP
(lecture standard).
•Sélectionnez LP pour enregistrer en mode LP
(longue durée). Vous pouvez enregistrer 1,5
fois de plus en mode LP qu'en mode SP.
Remarque sur le mode LP
Nous vous conseillons de reproduire sur ce
magnétoscope les cassettes enregistrées en
mode LP au moyen de ce magnétoscope. Si
vous reproduisez ces cassettes sur d'autres
magnétoscopes, l'image et le son risquent de
comporter des parasites.
Si vous reproduisez sur ce magnétoscope une
cassette enregistrée en mode LP à l'aide d'un
autre magnétoscope, l'image et le son risquent
également de comporter des parasites.
AUDIO MODE <12BIT/16BIT>
•En principe, sélectionnez 12BIT pour
enregistrer deux sons stéréo.
•Sélectionnez 16BIT pour enregistrer un son
stéréo de haute qualité.
18
De instellingen wijzen
Elk item instellen
COMMANDER <VTR1-6/OFF>
•Kies VTR2 bij gebruik van de meegeleverde
afstandsbediening.
•Kies VTR 1 - 6 als u een afstandsbediening
gebruikt die geleverd is bij een Sony product.
•Kies OFF wanneer u de afstandsbediening niet
gebruikt of om te voorkomen dat het toestel
met andere afstandsbedieningen wordt
bediend.
HiFi SOUND <STEREO/1/2>
•Kies normaal STEREO.
•Kies 1 of 2 voor het afspelen van een cassette
met dubbel geluidsspoor.
REC MODE* <SP/LP>
•Kies SP voor opname in de SP (standard play)
stand.
•Kies LP voor opname in de LP (long play)
stand. In de SP stand kan 1,5 maal langer
worden opgenomen.
Opmerking betreffende de LP stand
Wij raden u aan om met de videorecorder
alleen cassettes af te spelen die met deze
videorecorder werden opgenomen in de LP
stand. Bij het afspelen van een cassette met een
andere videorecorder, kunnen beeld en geluid
vervormd zijn.
Bij weergave van een cassette die met een
andere videorecorder werd opgenomen in de
LP stand, kunnen beeld en geluid eveneens
vervormd zijn.
AUDIO MODE <12BIT/16BIT>
•Kies normaal 12BIT voor opname van twee
stereo geluiden.
•Kies 16BIT voor opname van één stereo geluid
van hoge kwaliteit.