11. Mogelijke indicatoren
Op de display (3) worden tijdens het wassen afhankelijk van de actieve functie de
volgende symbolen weergegeven:
•
Resterende tijd tot het einde van het wasprogramma
Afhankelijk van de temperatuur en de waterdruk, de hoeveelheid wasgoed in de
machine, de hoeveelheid gebruikt wasmiddel, enzovoort kan de weergegeven
tijd afwijken van de werkelijke wastijd. De tijd wordt tijdens het wasprogramma
automatisch bijgewerkt; deze kan ook een tijdje blijven stilstaan of ineens een
sprong maken.
•
Bij geactiveerd kinderslot wordt
•
Bij geactiveerde deurvergrendeling wordt
Bij storingen verschijnen foutcodes (zoals E11) in de digitale display, zie "17.1.
•
Weergave van storingscodes" op blz. 148.
Ingesteld centrifugetoerental (400, 800, 1000, 1200 omw./min)
•
Temperatuur (20, 40, 60, 80 °C)
•
Aantal spoelgangen (1,2, 3 of 4)
•
•
Tijdvertraging (1-24 uur) ingesteld, het symbool
Aantal spoelgangen (1,2, 3 of 4)
•
•
Bij lopend wasprogramma brandt het symbool
•
Geluidssignalen zijn uitgeschakeld, het symbool
12. Bediening
12.1. Wasprogramma kiezen
Zet de programmaknop (3) op de gewenste positie om een wasprogramma in te
stellen.
Pas het wasprogramma naar behoefte aan door de temperatuur in te stellen, de
centrifugeersnelheid te wijzigen of een extra spoelgang in te schakelen.
Druk op de toets
Het wasprogramma start.
weergegeven.
.
weergegeven.
brandt
brandt.
DE
FR
NL
ES
131