2. Bepaal de bedieningszijde van de kap; aan
deze zijde bevindt zieh het bedie-
ningspaneel.
3. Om een optimale afzuigcapaciteit te
bereiken moet de positie van de afzuigkap
midden boven het fornuis worden vastgelegd
(gebruik een schietlood); markeer het
middelpunt van de toren op het plafond.
4. Markeer de posities voor de bevesti-
gingsgaten met behulp van de sjabloon.
5. Maat (X-Y) bepalen; X = afstand tussen
kookoppervlak en plafond, Y s= afstand
tussen kookoppervlak en afzuigkap.
6. De schroeven zover in de plugs schroeven
dat nog ca. 20mm uitsteekt. Bij standaard
torens met snelmontageflens de moeren op
de schroeven draaien.
7. Daarna de slang voor de afgevoerde lucht
(bedrijf met afgevoerde lucht) en de
aansluitingsleiding van het plafond naar
beneden voeren. De slang voor de
afgevoerde lucht moet ongeveer 10 cm lan-
ger dan de boventoren zijn.
8. De boventoren over de slang voor de
afgevoerde lucht + de elektrische
aansluitingskabel schuiven, en daarna de
boventoren met onderlegplaatjes en moeren
resp. met de snelmontageflens aan het
plafond bevestigen.
(speciaal gereedschap type TZ 1000, artikel-
nr. 55999800)
9. De boventoren over de boventoren
schuiven en met kleefband bevestigen.
nl
41