nl
4 Werking
30
Kamerthermostaat RGP
Belangrijk
De tijdelijke temperatuuraanpassing en het tijdprogramma zijn
exclusief beschikbaar voor de Automatische werkingsmodus.
De werkingsmodus, de tijdelijke temperatuuraanpassing en het
tijdprogramma gelden gezamenlijk voor verwarming en koeling.
Alleen de comfortinstelwaarde voor verwarming of koeling wordt
weergegeven op basis van de modus en kan worden ingesteld.
Werkingsmodi:
Veiligheids
De woonzone blijft beschermd (vorstbescherming, be
bedrijf
scherming tegen warmteaccumulatie).
Automatisch: De woonzone wordt bediend volgens het tijdprogramma.
Automatische energiebesparingsfuncties (bijv. modus zo
mer/winter).
Geredu
De woonzone wordt continu bediend bij een gereduceer
ceerd:
de instelwaarde.
Comfort:
De woonzone wordt continu bediend bij een comfortin
stelwaarde.
1. De woonzone wijzigen.
1.1. Draai de bedieningsknop en selecteer de woonzone.
1.2. Druk op de bedieningsknop.
De instelling van de woonzone wordt geselecteerd en wordt
geïnverteerd weergegeven.
1.3. Druk op de bedieningsknop.
1.4. Draai de bedieningsknop om een andere woonzone te
selecteren.
1.5. Druk op de bedieningsknop om de geselecteerde woonzone te
bevestigen.
Informatie en instellingen voor de geselecteerde woonzone
worden nu onder het streepje weergegeven.
2. De werkingsmodus instellen.
2.1. Draai de bedieningsknop tot de instelling van de
werkingsmodus (bijv. automatisch) wordt voorgeselecteerd.
2.2. Druk op de bedieningsknop.
De instelling van de werkingsmodus wordt geselecteerd en
wordt geïnverteerd weergegeven.
2.3. Draai de bedieningsknop om een andere instelling van de
werkingsmodus te selecteren.
2.4. Druk op de bedieningsknop om de instelling te bevestigen.
Belangrijk
Gebruik de zonewissel op de startpagina.
Het is eenvoudiger om de zonewissel op de startpagina te
gebruiken als u het gehele gebouw in de automatische modus wilt
bedienen.
4.3.3
Temperatuur voor verwarming tijdelijk aanpassen
De temperatuur voor een woonzone kan worden aangepast aan uw
behoeften. Daarbij moet de woonzone worden geselecteerd.
De temperatuur kan tijdelijk worden ingesteld.
Met tijdelijk 'warmer' of 'kouder' kan de gebruiker de temperatuur tijdelijk
aanpassen.
Een tijdelijke aanpassing wordt uitgevoerd bij de selectie van 'warmer' of
'kouder'; de schakelaar blijft actief tot de volgende wijziging van het
tijdprogramma.
De instelling '...' schakelt de functie uit.
1. Draai de bedieningsknop tot de tijdelijke instelling is voorgeselecteerd.
2. Druk op de bedieningsknop.
De tijdelijke instelling wordt geselecteerd en wordt geïnverteerd
weergegeven.
7684866 - 02 - 25032020