GEBRUIKSWIJZE
1. Zorg dat de oplaadschakelaar op de stand "OFF" (uit) is ingesteld voordat u het apparaat op de voeding
aansluit.
2. Sluit het snoer aan op de aansluiting aan de achterkant van het apparaat en steek de stekker vervolgens in
een gepast stopcontact.
3. Duw de oplaadschakelaar naar de stand "ON" (aan) om het opladen te starten. Voor ingebruikname moet
de ventilator gedurende minstens 30 minuten worden opgeladen voordat het zonder snoer gebruikt kan
worden. Het duurt circa 6 uur voordat de batterij volledig is opgeladen.
4. U kunt de ventilator gebruiken bij het opladen van de batterij (maar de volledige laadtijd zal meer dan 6 uur
bedragen). Schakel het apparaat in door op de AAN/UIT-knop te drukken.
5. Gebruik de snelheidsregelaar om het gewenste windtype te kiezen. De standaard instelling bij inschakeling
is alle vijf kleine ventilatoren die draaien en alle drie controlelampjes die branden (S3). Druk eenmaal op de
snelheidsregelaar, en er draaien slechts drie kleine ventilatoren en er branden nog twee controlelampjes
(S2). Druk opnieuw op de snelheidsregelaar en er draaien slechts twee kleine ventilatoren en er brandt
slechts één controlelampje (S1). Als u opnieuw op deze knop drukt, wordt het windtype opnieuw op de
standaardinstelling gezet. (Zie onderstaande afbeelding.)
6. Oscillatie: Druk op de oscillatieknop om het bovenste deel van het apparaat al dan niet te laten schommelen.
De richting van de luchtstroom kan aldus worden aangepast.
7. Schakel het apparaat uit met de AAN/UIT-knop als u dit niet wilt gebruiken.
Opmerkingen:
De knoppen op het bedieningspaneel en de afstandsbediening hebben dezelfde functies voor wat betreft
het instellen van het apparaat.
Eenmaal de batterij is opgeladen, kan het apparaat zonder snoer worden gebruikt.
Als de batterij leeg is, steek de stekker in het stopcontact en schakel de oplaadschakelaar in om het
apparaat te gebruiken. De batterij wordt tegelijkertijd opgeladen.
REINIGING
Voordat u het apparaat reinigt en na elk gebruik, schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact, in geval het apparaat op de voeding is aangesloten.
Dompel het apparaat nooit in water (gevaar voor kortsluiting). Om het apparaat schoon te maken,
gebruik een vochtige doek en veeg het vervolgens voorzichtig droog. Haal altijd eerst de stekker uit het
stopcontact.
Zorg dat er nooit overmatig veel stof op het luchtinlaat- en luchtuitlaatrooster aanwezig is, verwijder het
stof regelmatig met een droge borstel of stofzuiger.
- 33 -