gce mediline SABRE ELITE Série Mode D'emploi page 61

conische schroefdraad of een cilindrische schroefdraad en verkrijgbaar in
verschillende afmetingen (voor verschillende flesmaten en –materialen).
2 - Afsluitventiel
Het combinatieventiel is voorzien van een afsluitventiel, om de toevoer van
gas uit fles te scheiden van de andere ventielfuncties. Het afsluitventiel
moet tijdens het vullen van de gasfles en tijdens gebruik bij de patiënt
geopend zijn.
3 - vulopening
Het combinatieventiel beschikt over een vulopening voor het vullen van
de gasfles. De vulopening is voorzien van een terugstroombeveiliging
(terugstroomventiel). De terugstroomventiel vereist het gebruik van een
speciale vuladapter voor het ontluchten van de fles tijdens het vullen.
4 - Manometer
Het combinatieventiel is voorzien van een manometer voor het weergeven
van de inhoud van de gasfles. De manometer draait om zijn as waardoor
het mogelijk is deze af te lezen van elke kant. De manometer kan een
actieve of een passieve manometer zijn.
•
Modellen met een manometer voor actieve weergave van de flesinhoud
staan het aflezen van de vulstand van de gasfles toe bij het openen en
sluiten van het ventiel.
•
De modellen met een manometer voor de passieve weergave kunnen
de flesinhoud alleen weergeven met een geopend ventiel.
5 - Flow-kop ECON
De flow-kop dient om de toevoer van gas en pulserende dosering te
reguleren en bij atmosferische druk als gevolg van de doorstroming van
patiënten door middel van de drukaansluiting (9). De waarde van de
potentiële gasstroom is gelijkwaardig aan de waarde van de constante
gasstroom (l / min). Deze stroomsnelheden zijn vastgelegd door de
fabrikant.
6 - gasstroomregelaar
Deze draairegelaar maakt het mogelijk diverse stroomsnelheden in te
stellen, die equivalent zijn met bepaalde constante stroom in l/min.
7 - Reservoir
Maakt het mogelijk gassen samen te laten komen voordat contact met
patiënt wordt gemaakt.
8 - Beschermkap membraan / membranen
Maakt het mogelijk met een geopend ventiel een geïnduceerde druk te
creëren en hier opvolgend een gasstroom te leveren aan de patiënt.
9 - Drukaansluiting
Op deze universele drukaansluiting kan een extra apparaat worden
aangesloten (canyl, gezichtsmasker, etc.).
61/72
nL