de watertank naar de horizontale positie, trek de watertank uit de eenheid en
reinig de tank met een geschikte detergent.
4. Gebruik een natte doek om de behuizing te reinigen. Gebruik geen water om
de eenheid af te spoelen. Gebruik geen schurende reinigingsvloeistoffen of
chemische oplosmiddelen om het product te reinigen.
5. Installatie na reiniging: Plaats het filter met de natte gaaseenheid, de water-
tank en andere onderdelen in volgorde, zorg ervoor dat deze juist worden
geplaatst, steek de stekker in het stopcontact en controleer of het product
goed werkt.
6. Onderhoud: Trek de stekker uit het stopcontact als het product gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt, verpak het product om te voorkomen dat er
stof in de behuizing binnendringt, zorg ervoor dat het natte gaas en het filter
droog zijn vóór het plaatsen en dat er zich geen water in de watertank bevindt;
bewaar de eenheid na het verpakken in een droge en geventileerde ruimte.
Opmerking bij het vullen
1. Vul water bij overeenkomstig het waterpeil. Trek de stekker uit het stopcontact
tijdens het bijvullen.
HOE DE BATTERIJ VAN DE AFSTANDSBEDIENING TE VERVANGEN
1: Trek de batterij uit de afstandsbediening.
2: Plaats de nieuwe batterij met de "+" naar boven gericht.
3: Plaats de batterijdoos in de afstandsbediening.
OPGELET
1. Gebruik een normale voedingsspanning.
2. Plaats geen voorwerpen bovenop de eenheid. Dek de luchtuitlaat niet af wan-
neer het apparaat in gebruik is en zorg voor een vrije ruimte van één meter
voor en achter het apparaat.
3. Kantel of stoot de eenheid niet na het vullen met water. Duw, als u de eenheid
moet verplaatsen, zachtjes tegen de zijkant om te vermijden dat water gemorst
wordt. Kantel de eenheid niet te ver wanneer deze in werking is om ongevallen
te voorkomen.
4. De eenheid mag niet geplaatst worden op plaatsen met een extreem hoge of
lage temperatuur. Tijdens warme zomerdagen kan het water in de tank slecht
worden en een geur verspreiden en moet daarom regelmatig ververst worden.
In de winter, bij een kamertemperatuur lager dan 0 graden moet het water ver-
wijderd worden en het apparaat gedroogd worden met een droge handdoek
om aanvriezen te vermijden.
5. Voor het reinigen van het buitenoppervlak van de eenheid moet een natte
doek (met wat detergent) worden gebruikt. Gebruik hiervoor geen schurend
reinigingsmiddel of oplosmiddel. Het afspoelen met water is ten strengste ver-
boden.
6. Als de eenheid wordt verpakt voor opslag of transport, laat het water dan uit
1)
1
2)
2
1
61
3