Aansluiting Intelligente Regelaar (Smart Grid - Sg); Installatie Vullen; Waterkwaliteit Controleren En Manometer Afstellen; Warmater Warmteoverbrenger Vullen - Daikin Altherma 3 H HT ECH2O ETSH16P30D Guide De Référence Installateur

Masquer les pouces Voir aussi pour Altherma 3 H HT ECH2O ETSH16P30D:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 136
[HT/NT verbinding] = 1
Afb. 36-46 Aansluiting HT/NT-schakelcontact
1
Netaansluitingskast voor laagtarief netaansluiting
2
Ontvanger voor de analyse van het HT/NT-stuursignaal
3
Voeding warmtepomp buitenunit (zie voor de warmtepomp
buitenunit de bijbehorende installatiehandleiding)
4
Potentiaalvrij schakelcontact voor warmtepomp binnenunit
3.7.15
Aansluiting intelligente regelaar (Smart
Grid - SG)
Zodra de functie door parameter [Smart Grid] = 1 geactiveerd is
[→ Hoofdmenu → Instellingen → In-/Outputs] (zie de gebruiksaan-
wijzing van de regeling), wordt afhankelijk van het signaal van het
energiebedrijf de warmtepomp op standby, normaal of een werking
met hogere temperaturen gezet.
Hiervoor moeten de potentiaalvrije schakelcontacten SG1/SG2 van
de intelligente regelaar op stekker J8, aansluitingen Smart Grid en
EVU op printplaat RoCon BM2C worden aangesloten (zie
Afb.
36-47).
Zodra de functie Smart Grid actief is, wordt automatisch de HT/NT
functie gedeactiveerd. Afhankelijk van de waarde van parameter
[Modus Smart Grid] wordt de warmtepomp verschillend gebruikt
[→ Hoofdmenu → Instellingen → In-/Outputs] (zie gebruiksaanwij-
zing van de regeling).
Afb. 36-47 Aansluiting Smart Grid
Daikin Altherma ETS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1447299_00 – 06/2019 – NL
[HT/NT verbinding] = 0
3
3.8

Installatie vullen

Binnenunit pas na afloop van de installatiewerkzaamheden in de
hierna vermelde volgorde vullen.
3.8.1
Waterkwaliteit controleren en manometer
afstellen
1
Aanwijzingen voor de wateraansluiting (zie
kwaliteit in acht nemen.
2
Mechanische manometer (in het gebouw gemonteerd conform
Hfst. 3.6.1
of met vulslang tijdelijk gemonteerd) afstellen: Mano-
meterglas zo draaien dat de minimum drukmarkering met de
systeemhoogte +2 m overeenstemt (1 m waterzuil is 0,1 bar).
3.8.2

Warmater warmteoverbrenger vullen

1
Koudwaterkraan openen.
2
Aftapplaatsen voor warm water openen, zodat een zo groot mo-
gelijke aftaphoeveelheid kan worden ingesteld.
3
Als er water uit de tappunten komt, de koudwatertoevoer nog
niet onderbreken zodat de warmteoverbrenger geheel ontlucht
wordt en er evt. verontreinigingen verwijderd worden.
3.8.3

Boiler vullen

VOORZICHTIG
Vullen van de boiler met een te hoge waterdruk of een te
grote doorstroming kan beschadigingen aan de binnenunit
veroorzaken.
▪ Vul slechts met een waterdruk van < 6 bar en een aan-
voersnelheid van < 15 l/min.
Zonder geïnstalleerd
zonnesysteem
1
Vulslang met retourblokkering (1/2") op de aansluiting "zonne-
systeem - toevoer"
(Afb.
36-48, pos. 1) aansluiten.
2
Boiler van de binnenunit vullen tot er water aan de overloop-
aansluiting
(Afb.
36-48, pos. 2) vrijkomt.
3
Vulslang met antiretourklep (1/2") weer verwijderen.
Met geïnstalleerd
zonnesysteem
1
Vulaansluiting met KFE-kraan (toebehoren: KFE BA) vanaf de
regelings- en pompeenheid van het zonnesysteem (EKSRPS4)
monteren.
2
Vulslang met terugstroombeveiliging (1/2") op de vooraf geïn-
stalleerde KFE-kraan aansluiten.
3
Boiler van de binnenunit vullen tot er water aan de overloop-
aansluiting
(Afb.
36-48, pos. 2) vrijkomt.
4
Vulslang met antiretourklep (1/2") weer verwijderen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Plaatsing en installatie
Hfst.
3.6) en water-
231

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières