Tijdens Het Werken - Gartenmeister GM-MT 52 Manuel D'utilisation

Start de motor op ten minste 3 meter afstand van het punt
waar werd getankt.
De speciale instructies voor het starten vindt u in het
overeenkomstige hoofdstuk (4. Motor) in het handbo-
ek van uw apparaat en accessoires. Plaats de motoru-
nit op een vaste ondergrond of een stevige onderlegger
in de open lucht. Let op het evenwicht en neem een vei-
lige positie in.
OPGELET!
Verzeker u ervan dat er zich niets in de nabijheid bevindt
van het zaagblad en de ketting, om het gevaar op ver-
wonding te verminderen.
Bevestig de machine aan de haak van de draaggordel
wanneer de motor stationair draait (zie desbetreffende
vermelding)
Belangrijke opmerkingen
De correcte kettingspanning is steeds belangrijk. Contro-
leer deze regelmatig (telkens wanneer de kettingzaag op
steel uitgeschakeld is). Wanneer de ketting tijdens het
zagen los komt, schakel de motor uit om ze opnieuw
te monteren. Span de ketting nooit bij draaiende motor.

Tijdens het werken

De kettingzaag op steel veilig hanteren en bedienen
Houd tijdens het werken de machine steeds met beide
handen aan de voorziene handgrepen vast. Sluit uw
vingers en duimen omheen de handgreep.
NL | Gebruiksaanwijzing
Plaats uw linkerhand op de voorste handgreep en uw
rechterhand op de achterste handgreep aan de gashen-
del. Dit geldt ook voor linkshandige personen
Houd uw handen steeds in deze positie, om uw ketting-
zaag steeds onder controle te houden.
Tracht nooit om uw machine met één hand te bedienen.
Verlies van controle over uw machine kan ernstige of
zelfs dodelijke verwondingen veroorzaken.
Sta steeds in evenwicht en sta stabiel, om de controle
over uw kettingzaag te behouden. Werk nooit op een lad-
der, een boomstam of een andere onveilige ondergrond.
Hef het motorisch gedeelte nooit boven schouderhoogte.
Buig niet te ver naar voren. Gebruik een hoogteplatform
wanneer u gaat werken op een hoogte van meer dan
4.5 meter.
Bijzondere aandacht is vereist bij slipgevaar (natte
ondergrond, sneeuw) en op moeilijke, overwoekerde
terreinen. Let op verborgen hindernissen zoals boom-
stompen, wortels en plassen om niet te struikelen.
Verwijder afgevallen twijgen, onkruid en maaisel. Wees
uiterst voorzichtig, wanneer u op hellend of oneffen ter-
rein werkt. Wees ook uiterst voorzichtig bij natte of koude
weersomstandigheden (regen, sneeuw, ijs). Onderbreek
de arbeid ingeval van wind of hevige regenval.
Werkomgeving
Gebruik en start uw kettingzaag op steel alleen in de
openlucht. Gebruik uw machine bij goed zicht en bij
daglicht. Werk voorzichtig.
OPGELET!
Wanneer u op planten die u snoeit of op het terrein dat
u bewerkt chemische substanties vindt (bijv. pesticide of
herbicide) lees en volg de instructies en waarschuwingen
op die betrekking hebben op deze substanties.
Sommige gassen (bijv. koolmonoxide) kunnen kleur- en
reukloos zijn. Laat uw machine nooit in een slecht geven-
tileerde omgeving draaien, teneinde ernstig verwonding-
of zelfs levensgevaar ingevolge het inademen van giftige
gassen te vermijden. Bij ophoping van uitlaatgassen in-
gevolge een slechte ventilatie, pauzeer dan regelmatig
om de uitlaatgassen te laten wegtrekken en de ophoping
ervan te vermijden. Het inademen van bepaalde, vooral
organische stoffen kan tot allergische reacties leiden. Het
veelvuldig inademen van schadelijke stoffen in de lucht,
vooral micropartikels, kan ademhalingsproblemen- en
andere ziekten met zich meebrengen. Gebruik een goe-
de arbeidstechniek en gebruik uw machine zodanig dat
de windrichting van de uitlaatgassen van u wegblaast.
Wanneer het inademen van stoffen hoofdzakelijk niet kan
vermeden worden, wordt de gebruiker en personen in de
omgeving aangeraden een aangepast ademmasker op
te zetten.
NL-10
Zodra de motor loopt produceert hij giftige
uitlaatgassen, die chemicaliën (onder andere
onverbrande koolwaterstof en koolmonoxide)
bevatten, en die ademhalingsproblemen, kan-
ker, genetische en andere voortplantingsfouten
kunnen veroorzaken.