beschadigd, moeten deze door de fabrikant, klantenservice of
een professionele werkplaats worden vervangen om gevaren te
voorkomen.
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk 'Reinigen en opbergen'
■
in acht!
Gevaar voor volgende groepen personen
■
Zwangere vrouwen mogen het apparaat niet resp. uitsluitend na overleg met hun
arts gebruiken.
■
Mensen met een pacemaker mogen het apparaat uitsluitend na overleg met een arts
gebruiken.
■
Personen die te maken hebben bepaalde gevoelloze lichaamsdelen, mogen het
apparaat niet op deze delen gebruiken.
■
Personen met doorbloedingsstoornissen mogen het apparaat niet gebruiken.
■
Gebruik het apparaat niet op zwellingen of op een ontstoken huid.
■
Wanneer u onzeker bent betreffende uw gezondheid, dient u een arts te raadplegen
voordat u het apparaat gebruikt.
GEVAAR – Gevaar voor een elektrische schok door water
■
Het apparaat uitsluitend gebruiken en bewaren in gesloten ruimten. Het apparaat niet
gebruiken in ruimten met een hoge luchtvochtigheid.
■
Dompel het apparaat nooit in water of andere vloeistoffen! Zorg ervoor dat het ap-
paraat, het netsnoer of de netstekker niet in het water kunnen vallen of nat kunnen
worden.
■
Mocht het apparaat in het water vallen, onderbreekt u meteen de stroomtoevoer.
Probeer niet om het apparaat uit het water te trekken, terwijl het is aangesloten op
het stroomnet!
■
Raak het apparaat, het netsnoer en de netstekker nooit aan met vochtige handen
wanneer deze onderdelen zijn aangesloten op het stroomnet.
■
Gebruik het apparaat niet wanneer het niet goed functioneerde of in het water is
gevallen. Laat het vóór ingebruikneming controleren in een gespecialiseerde werk-
plaats.
WAARSCHUWING – Gevaar voor een elektrische schok door scha-
de en ondeskundig gebruik
■
Sluit het apparaat alleen aan op een geaarde contactdoos die is geïnstalleerd vol-
gens de voorschriften. De contactdoos moet ook na het aansluiten goed toegan-
kelijk zijn, zodat de verbinding met het stroomnet snel kan worden ontkoppeld. De
netspanning moet overeenstemmen met het typeplaatje van het apparaat.
■
Gebruik alleen correct werkende verlengsnoeren, waarvan de technische gegevens
overeenstemmen met die van het apparaat.
■
Het apparaat moet zijn uitgeschakeld, wanneer u de netstekker uit de contactdoos
trekt of erin steekt.
25
NL