Dyson AB12 Guide D'installation page 25

2. Minimale vrije ruimten zijn: boven,
30 mm; zijkanten, 220 mm. De
ruimte tussen de unit en de vloer
moet vrij zijn.
3. Meet de plaats op de muur. Als de
kabelingang aan de achterkant moet
komen, dan moet de stroomkabel
aan de muur in lijn zijn met de
kabelingang aan de achterzijde in
de achterplaat.
4. Markeer de plaats op de muur met
een potlood. Gebruik de achterplaat
om de plaats waar de vier
bevestigingspunten moeten komen
te markeren.
5. Boor gaten.
6. Bevestig de optionele achterplaat als
dit nodig is.
4
Ga verder bij stap 4 'Op het
aansluitblok aansluiten'.
6mm
L L N N
Waarschuwing: Kans op elektrische
schokken!
Zorg ervoor dat het apparaat niet
onder spanning staat.
1. Zorg ervoor dat de kabel niet boven
de kabelgoot van de kabelingang
naar het aansluitblok uit steekt. Als
de kabel boven de goot uitsteekt,
kan deze tussen de hoofdonderdelen
komen, verhinderen dat
veiligheidsschroeven naar behoren
worden vastgezet of kan deze ervoor
zorgen dat het basisonderdeel
met kracht op de achterplaat moet
worden bevestigd, waardoor schade
ontstaat.
2. Schroef de kabelklem van
de achterplaat. Verwijder de
kabelaansluitblokhouder.
3. Open het klepje op de
aansluitblokhouder. Steek de
contactdraad, de nulleider en de
aarddraad in de juiste aansluitingen
6mm
op het blok, zoals op de
aansluitblokhouder is aangegeven.
4. Controleer of de aansluitingen
correct zijn voordat u verder gaat.
5. Doe het klepje op de
aansluitblokhouder dicht en bevestig
deze op de achterplaat.
6. Zet hem met schroeven vast en
bevestig de kabelklem.
LET OP: ZET dE sTrOOmKaBEL niET
TE sTraK vasT En druK dEZE niET
PLaT.
3.1
Kabelingang achterkant.
6mm
● Primaire bevestigingspunten (x4).
Gebruik geen verzonken schroeven.
Secundaire bevestigingspunten.
●
Bevestig de achterplaat tegen de
muur.
Bevestig de achterplaat stevig tegen
de muur met bevestigingsmateriaal
dat voor het type muur en het
gewicht van de unit geschikt is.
Gebruik geen verzonken schroeven.
Draai het bevestigingsmateriaal nog
niet muurvast. Doe dit pas nadat de
stroomkabel is vastgezet.
Breng de stroomkabel aan.
1. Snij het gat in de rubberen
kabeldoorvoer op maat. Laat het
gat kleiner dan de diameter van
de kabel om ervoor te zorgen dat
de kabel nauwsluitend past.
2. Trek de kabel door de doorvoer
heen. Zorg ervoor dat de kabel
5
Bevestig het basisonderdeel.
LET OP: Draai de schroeven niet te strak
aan.
1. Haak het basisonderdeel van de
unit over de bovenrand van de
achterplaat.
2. Kantel het basisonderdeel van
de unit naar beneden tegen de
achterplaat. (Zorg er bij installaties
met de kabelingang aan de zijkant
voor dat de zijsteunafdichting correct
tegen het basisonderdeel van de unit
rust.
3. Steek de (2) veiligheidsschroeven
in de zijkant van het
basisonderdeel en draai ze met
het montagegereedschap aan,
zoals afgebeeld. Aangeraden
aandraaimoment 0,5-0,7 Nm.
4. Zet het apparaat onder spanning.
5. Test de goede werking van de unit.
25
lang genoeg is, zodat deze goed
door de achterplaat naar het
aansluitblok kan lopen. De kabel
moet in het daarvoor bestemde
kanaal worden gestoken.
3. Steek de kabeldoorvoer in de
achterplaat. Zorg ervoor dat deze
vast zit.
4. Draai de schroeven in de
achterplaat.
5. Ga verder bij stap 4 'Op het
aansluitblok aansluiten'.
BELanGriJK
GEBruiK GEEn afdichTmiddEL BiJ
hET BEvEsTiGEn van dE uniT aan
dE muur.
vOOrZiE hET BasisOndErdEEL
van dE uniT niET van EEn
vErf- Of LaKLaaG En PLaK Er
GEEn sTicKErs OP, aanGEZiEn
diT hET anTiBacTEriOLOGischE
OPPErvLaK Kan aanTasTEn.
aLs EEn rEiniGinGsPrOducT TE
LanG OP dE machinE WOrdT
GELaTEn, ZaL Er Zich EEn
dun LaaGJE OP afZETTEn. diT
Kan dE WErKZaamhEid van
dE anTiBacTEriOLOGischE
OPPErvLaKTEn vErmindErEn.