4. Brandstof en kettingolie
■ BRANDSTOF
WAARSCHUWING
• Benzine is heel ontvlambaar. Vermijd te roken of enige vlam of vonk in de buurt van de
brandstof te brengen. Zorg dat u de motor stopt en laat afkoelen voor u de brandstof bijvult.
Voer het bijvullen van de brandstof buiten op aardegrond uit en verplaats u minstens 3 m van
het vulpunt vooraleer u de motor start.
• Gebruik geen BIA of TCW (2-takt watergekoelde type) gemengde olie.
■ AANBEVOLEN MENGVERHOUDING BENZINE 40 : OLIE 1
• Uitlaatemissie wordt geregeld door de fundamentele motorparameters en componenten
(carburatie, ontstekingstijdstip en poorttiming) zonder toevoeging van enige grote uitrusting
of de introductie van enig inert materiaal tijdens verbranding.
• Deze motoren zijn gecertificeerd om te werken op loodvrije benzine.
• Zorg dat u benzine gebruikt met een minimum octaangetal van 89 RON (USA/Canada:
87AL).
• Als u een benzine met een lager octaangetal dan voorgeschreven gebruikt, bestaat er
gevaar dat de motortemperatuur stijgt en een motorprobleem zoals vastlopen van de zuiger
hierdoor plaatsvindt.
• Loodvrije benzine wordt aanbevolen om de verontreiniging van de lucht te verminderen ter
bescherming van uw gezondheid en van het milieu.
• Benzines van slechte kwaliteit of oliën kunnen dichtingsringen, brandstofleidingen of
brandstoftank van de motor beschadigen.
■ HOE BRANDSTOF MENGEN
• • Schud het mengsel
voldoende.
1. Meet de te mengen hoeveelheden benzine en olie.
2. Giet enige benzine in een schone, goedgekeurde brandstofbus.
3. Giet alle olie in de bus en schud het mengsel door elkaar.
4. Giet de rest van de benzine in de bus en schud nogmaals gedurende minstens een minuut.
Omdat sommige oliën moeilijk te schudden kunnen zijn afhankelijk van de olieïngrediënten,
is voldoende schudden nodig om te zorgen voor een lange motorlevensduur. Bij
onvoldoende schudden moet u opletten voor het toegenomen gevaar van snel vastlopen van
de zuiger door een abnormaal mager mengsel.
5. Plaats een duidelijke aanduiding op de buitenzijde van de bus om vermengen met benzine of
andere brandstofvaten te voorkomen.
56