Zurücksetzen auf Werkseinstellungen
Die Werkseinstellungen können wiederhergestellt werden, indem die folgenden Schritte befolgt werden:
1) Schalten Sie den airDAC aus.
2) Halten Sie die RESET-Taste auf der Rückseite des Gerätes gedrückt.
3) Schalten Sie den airDAC wieder ein, während sie weiterhin die RESET-Taste gedrückt halten.
4) Lassen Sie die Taste nach 10 Sekunden los; das Gerät fährt hoch und die normalen
Werkseinstellungen wurden wiederhergestellt.
L
R
OUTPUT
DIG. OUT
COAX
Betrieb
Der airDAC besitzt eine automatische Eingangsauswahl und stellt fest, welche Audioquelle
wiedergegeben wird.
Die Reihenfolge der Prioritäten bei der Umschaltung ist (vom ersten bis zum letzten): AirPlay, Koaxial und
abschließend optischer Anschluss.
Wenn ein AirPlay-Stream zum airDAC gesendet wird, schaltet er automatisch zum AirPlay-Eingang um.
LED-Funktion
Die Optical-, Coax- und AirPlay-LEDs zeigen den Status des eingehenden Streams an:
grün = gesperrt und gültig, rot = entsperrt oder ungültige Stream-Art.
NET-LED: rot = keine Verbindung oder Netzwerk-Fehler, orange = Verbindungsaufbau, grün = verbunden
und betriebsbereit.
OPTICAL
26
POWER
12V DC
ANT
1.5A
1 0
OPT
RESET
NET
COAX
NET
Gebruik
Bekabelde verbinding met een netwerk
De aanbevolen methode voor het aansluiten van de airDAC op een bestaand thuisnetwerk is via de
bekabelde Ethernet-aansluiting en het apparaat is geconfigureerd om dit standaard te doen. Sluit gewoon
één uiteinde van de Ethernet-kabel op de airDAC aan en het andere uiteinde op een vrije Ethernet-poort
op uw netwerk en zet het apparaat aan. Zodra het apparaat is opgestart en vervolgens door het netwerk
een IP-adres toegewezen heeft gekregen, zal de netwerkstatus-LED groen branden om aan te geven dat de
airDAC klaar voor gebruik is.
Toegangspuntmodus
De "AP Mode" is een functie die de airDAC in staat stelt om als een draadloos toegangspunt te werken,
waardoor in feite een eigen draadloos netwerk wordt gecreëerd die de gebruiker in staat stelt om zonder
de noodzaak van een bestaand netwerk of extra hardware met gemak van een draadloze verbinding te
genieten. In de standaardconfiguratie en ervan uitgaande dat geen bekabelde netwerkverbinding naar
de airDAC bestaat, wordt deze modus bij het inschakelen automatisch ingeschakeld. Om het te gebruiken,
zorg ervoor dat de Ethernet-kabel is losgekoppeld en schakel de airDAC in. Zodra de netwerk-LED groen is
geworden, waarmee wordt aangegeven dat het apparaat gereed is, verbindt uw draadloos apparaat met
het "ARCAMDirect"-toegangspunt. De SSID van de AP-modus, het kanaal en de beveiligingsinstellingen
kunnen met behulp van de "AP Mode"-sectie van de webinterface worden gewijzigd, zie "Toegang tot de
webinterface" hieronder voor details.
Draadloze verbinding met een netwerk
Het verbinden van de airDAC met uw bestaande draadloze netwerk wordt gedaan door uw SSID in de lijst
van gedetecteerde netwerken te selecteren en de relevante veiligheidsgegevens via de "Netwerk Config"-
sectie van de webinterface in te voeren. Zie "Toegang tot de webinterface" hieronder voor details.
Opmerking:
Wisselen tussen bekabelde en draadloze verbindingen vereist het opnieuw opstarten omdat de
selectie van de netwerkinterface plaatsvindt wanneer de airDAC eerst wordt ingeschakeld. Als een
bekabelde verbinding wordt gebruikt, moet de kabel tijdens de opstartfase aangesloten zijn en
dienovereenkomstig mag een bekabelde verbinding niet zijn aangesloten wanneer een draadloos
netwerk wordt gebruikt.
Toegang tot de webinterface
Zodra de airDAC en uw draadloos apparaat met één van de netwerkverbindingsmethoden hierboven
verbonden zijn, mag de webinterface worden geopend door het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van
uw internetbrowser in te voeren. Het standaard IP-adres in de AP-modus is 192.168.1.12, wanneer via bekabelde
of draadloze verbinding verbonden is, zal de IP door de DHCP-server op uw netwerk worden toegewezen.
27