4
Gastechnische installatie
De gasleiding en gaskraan dienen door een erkend installateur te worden geïnstalleerd (is geen onderdeel van de leveromvang)
De gasleidingdiameter moet voor ieder toestel bepaald worden met behulp van de NEN 1078 en NPR 3378 (voor Nederland). Voor
België geldt: NBN D51-003 (schouwaansluiting en gasaansluiting).
4.1
Ombouw gassoort
Op het typeplaatje is aangegeven voor welke gassoort het toestel is ingesteld. Voor ombouw naar een andere gassoort, dient de
fabrikant geraadpleegd te worden. Hiervoor dienen het CE-plaatje, de inspuiter, de primaire luchtring, de restrictieplaten en het
programma in de elektronica te worden gewijzigd.
4.2
Gasregelklep
In de technische box is de onderstaande gasklep ingebouwd. Deze gasklep bezit een gas-voordruk meetnippel en een branderdruk
meetnippel. Op de achterzijde van de gasklep is een pijl aangebracht, die de stroomrichting van het gas aangeeft. In de koppeling
van het meetstuk en de gasklep is de orifice geplaatst. Op het typeplaatje is aangegeven voor welke gassoort het toestel is
ingesteld. Sluit de gasdrukmeter aan om de voordruk te meten. Tijdens volbelasting mag deze voordruk niet dalen onder de
landelijke gestelde eisen. De branderdruk dient overeen te komen met de waarde welke op het typeplaatje is weergegeven. Meet
de gasdruk altijd als het toestel in werking is.
Voordruk
meetnippel
Elektrische
Orifice
aansluiting
Branderdruk
meetnippel
Pakking