7. LAATSTE CONTROLE EN TESTBEDRIJF
7.3 TESTBEDRIJF
Schakel met de afstandsbediening (of met de toets handmatige bediening) de airconditioner in de COOLING-modus en controleer
de werking van de binnen- en buitenunit. In geval van storingen kunt u deze verhelpen volgens het hoofdstuk "Problemen oplossen"
in de "Servicehandleiding".
Binnenunit
■ Of de knoppen (zoals AAN/UIT, MODUS, TEMPERATUUR, VENTILATORSNELHEID etc.) op de afstandsbediening goed werken.
■ Of de lamellen normaal bewegen.
■ Of de kamertemperatuur correct wordt ingesteld.
■ Of de controlelampjes op het display normaal functioneren.
■ Of de knop "handmatig" goed werkt.
■ Of de afvoer normaal functioneert.
■ Of er tijdens het bedrijf sprake is van trillingen of een abnormaal geluid.
■ Of de binnenunit in de COOLING- of HEATING-modus goed werkt.
Buitenunit
■ Of er tijdens het bedrijf sprake is van trillingen of een abnormaal geluid.
■ Of de buren last hebben van de wind, het lawaai of de condens die door de airconditioner worden veroorzaakt.
■ Of er sprake is van lekkend koelmiddel.
VOORZICHTIG
■ Als u de unit herstart, zal er voor de veiligheid sprake zijn van een vertraging van 3 minuten.
NL-22