4. KOELMIDDELLEIDING
4.3 KOELMIDDELLEIDING
Model
Vloeistofzijde
012
Ø6,35 mm
018
Ø6,35 mm
024
Ø9,52 mm
036/048
Ø9,52 mm
060
Ø9,52 mm
OPMERKING
■ Als de leiding langer dan 5 m is, moet er extra koelmiddel worden toegevoegd overeenkomstig de leidinglengte.
4.4 LUCHTAFLAAT
■ Sluit de toevoerslang van het verdeelstuk aan op de poort van het verpakte ventiel aan de gaszijde.
■ Sluit de toevoerslang aan op de poort van de vacuümpomp.
■ Zet de hendel Lo van het verdeelstuk volledig open.
■ Bedien de vacuümpomp om het systeem te ontluchten tot 76cmHg.
■ Sluit de hendel Lo van het verdeelstuk.
■ Zet de klepsteel van de verpakte kleppen volledig open.
■ Verwijder de toevoerslang uit de poort.
■ Draai de dopjes van het verpakte ventiel stevig vast.
4.5 LEKTEST
Controleer nadat de leiding is gelegd de verbinding van elke koelmiddelleiding op eventuele gaslekken door zeepsop aan te brengen
of door een speciale lekdetector voor HFC-koelmiddelen te gebruiken. Zie onderstaande afbeelding ter illustratie.
Controlepunt buitenunit
Toegestane
Gaszijde
buislengte (m)
Ø9,52 mm
25
Ø12,7 mm
30
Ø15,88 mm
40
Ø15,88 mm
50
Ø15,88 mm
65
Verdeelventiel
Mengventiel
-76 cmHg
Hendel Lo
Toevoerslang
Verpakt ventiel
Controlepunt binnenunit
B
A
A: Lagedrukstopventiel
B: Hogedrukstopventiel
C & D: Trompmoeren binnenunit
Max. hoogteverschil
Toevoer minus
(m)
lengte (m)
10
5
20
5
20
5
25
5
30
5
Drukmeter
Hendel Hi
Toevoerslang
Vacuümpomp
D
C
Extra toevoer per
meter (R32)
12 g/m
12 g/m
24 g/m
24 g/m
24 g/m
NL-16