de messen tijdens het maaien iets geraakt hebben.
Voer waar nodig reparaties uit voordat u verder gaat.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
•
Draag tijdens het gebruik van het product altijd
goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen niet alle
risico's uitsluiten maar kunnen de ernst van
eventueel letsel helpen beperken. Vraag uw dealer u
te helpen bij het kiezen van de juiste
beschermingsmiddelen.
•
Gebruik altijd goedgekeurde gehoorbescherming.
Langdurige blootstelling aan lawaai kan leiden tot
permanente gehoorbeschadiging.
•
Draag altijd veiligheidsschoenen of
veiligheidslaarzen. Stalen neuzen worden
aanbevolen. Gebruik het product niet met blote
voeten.
•
Draag indien nodig handschoenen, bijvoorbeeld bij
het monteren, inspecteren of reinigen van de
snijuitrusting.
•
Draag geen loszittende kleding, sieraden of andere
voorwerpen die vast kunnen komen te zitten in
bewegende delen.
•
Houd een EHBO/doos en brandblusser binnen
handbereik.
Veiligheidsvoorzieningen op het product
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
•
Gebruik het product nooit wanneer de
veiligheidsvoorzieningen defect zijn. Controleer de
veiligheidsvoorzieningen regelmatig op een juiste
werking. Als de veiligheidsvoorzieningen defect zijn,
neem dan contact op met uw Husqvarna
servicewerkplaats.
•
Voer geen veranderingen uit aan de
veiligheidsvoorzieningen. U mag het product niet
gebruiken als beschermingsplaten, afschermingen,
veiligheidsschakelaars of andere
veiligheidsvoorzieningen ontbreken of defect zijn.
86
Het contactslot controleren
•
Start de motor en schakel die weer uit bij wijze van
controle van het contactslot. Zie
pagina 93 en De motor uitschakelen op pagina 94 .
•
Verifieer of de motor start wanneer u de
contactsleutel naar START draait.
•
Verifieer of de motor onmiddellijk uitschakelt
wanneer u de contactsleutel naar STOP draait.
Startvoorwaarden
Er moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan
om de motor te starten:
•
Het maaidek staat in de geheven stand en de
parkeerrem is geactiveerd.
De motor moet worden uitgeschakeld in de volgende
situaties:
•
Het maaidek wordt omlaag gezet en de bestuurder
staat op van de stoel.
•
Het maaidek staat in de geheven stand, de
parkeerrem is niet geactiveerd en de bestuurder
staat op van de stoel.
Probeer de motor te starten terwijl niet is voldaan aan
een van deze voorwaarden. Wijzig de omstandigheden
en probeer het opnieuw. Voer deze controle dagelijks
uit.
De snelheidsbegrenzer controleren
•
Laat het pedaal voor vooruit rijden los om de
machine te laten remmen.
•
Voor meer remkracht drukt u het pedaal voor
achteruit rijden in.
•
Zorg dat de pedalen voor vooruit rijden en achteruit
rijden niet geblokkeerd zijn en over de gehele
pedaalslag kunnen worden bediend.
•
Controleer of het product afremt wanneer u het
pedaal voor vooruit rijden loslaat.
Parkeerrem
WAARSCHUWING: Als de parkeerrem niet
werkt, kan het product beginnen te bewegen
en daardoor letsel of schade veroorzaken.
Inspecteer de parkeerrem regelmatig en stel
deze af indien nodig.
De parkeerrem controleren op pagina 97 .
Zie
Geluiddemper
De uitlaatdemper is bedoeld om het geluidsniveau zo
laag mogelijk te houden en om de uitlaatgassen weg te
voeren van de gebruiker.
Gebruik het product niet als de demper ontbreekt of
beschadigd is. Bij een defecte uitlaatdemper stijgt het
geluidsniveau en neemt het risico op brand toe.
De motor starten op
838 - 005 - 21.10.2019