5 2
Plaats van opstelling/montage en
omgeving
De volgende eisen moeten permanent gegarandeerd
zijn:
● Aansluiting drinkwatersysteem
● Aansluiting afvalwaterkanaal met min. nominale
breedte (zie hoofdstuk "17 Technische gegevens",
pagina 28)
● Geaarde netaansluiting (zie hoofdstuk "17 Techni-
sche gegevens", pagina 28)
● Spanningsvoorziening en vereiste toevoerwaterdruk
● Droge en vorstvrije montagelocatie
● Voldoende bescherming voor het product tegen
chemische stoffen, kleurstoffen, oplosmiddelen en
dampen
● Wanneer geen vloerafvoer voorhanden is, moet een
afsluitklep in stroomrichting vóór het product worden
geïnstalleerd
5 2 1
Voorwaarden voor montage met opvoerin-
stallatie
Wordt het afvalwater in een opvoerinstallatie gevoerd,
moet deze dienovereenkomstig uitgerust en gedimen-
sioneerd zijn:
● Opvoerinstallatie moet bestand zijn tegen zout water
● Debiet min. 450 l/h
● Overeenstemmende grotere dimensionering bij ge-
lijktijdig gebruik van de opvoerinstallatie voor andere
installaties
5 3
Toevoerwater
OPMERKING
Product- en systeemschade!
Schade aan het product en/of systeem door ontoe-
laatbare aansluiting of ontoelaatbare kwaliteit van het
toevoerwater
► Product overeenkomstig de technische gegevens aanslui-
ten (zie hoofdstuk "17 Technische gegevens", pagina 28).
► Waarden van het toegestane toevoerwater (zie tabel Toe-
voerwater) naleven.
Het product moet overeenkomstig de technische
gegevens worden aangesloten (zie hoofdstuk
"17 Technische gegevens", pagina 28).
Aan het product mag alleen koud water worden toe-
gevoerd dat aan de wettelijke eisen inzake drink-
waterkwaliteit beantwoordt en met de eisen in de
onderstaande tabel "Toevoerwater" overeenstemt.
Toevoerwater
Toevoerwatertemperatuur, min.
- max.
Silicaat (SiO
)
2
Oxiderende stoffen, chloor
IJzer en mangaan (Fe+Mn)
Zoutgehalte (TAC)
Carbonaathardheid
Verstoppingsindex (SDI)
pH-waarde van het toevoerwa-
ter, min. - max.
Voor de druk van het toevoerwater zijn
waarden tussen 1,5 en 4 bar toege-
staan. Bij een toevoerwaterdruk van
meer dan 4 bar dient u een drukbe-
grenzer te installeren.
De toegestane druk van het aangevoerde toevoer-
water moet tussen 1,5 en 4 bar liggen. Bij een toe-
voerwaterdruk van meer dan 4 bar dient u een druk-
begrenzer te installeren. Bij een toevoerwaterdruk
van minder dan 1,5 bar schakelt het product auto-
matisch uit en mag het niet gebruikt worden.
5 4
Vereiste voor werking en garantie
5 4 1 Voorbehandeling
Deeltjesfilter in stroomrichting max.
1 m vóór het product installeren.
NL
5 °C - 25 °C
≤ 15 mg/l
≤ 0,05 mg/l
≤ 0,05 mg/l
≤ 1000 mg/l
< 18 °dH / 32°f
≤ 3,0 % / minuut
pH 5 - pH 10
9