REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik geen agressieve schoonmaa-
kmiddelen of oplosmiddelen.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Haal de levensmiddelen eruit en berg ze op in
een koele ruimte.
3.
Maak het apparaat schoon met een zachte
doek, warm water en een mild
schoonmaakmiddel.
Veeg de deurdichting alleen schoon met schoon
4.
water en droog vervolgens grondig af. Na het
reinigen steekt u de stekker in het stopcontact
5.
en stelt u het apparaat op de gewenste instelling
in.
6. Plaats de levensmiddelen opnieuw in het
apparaat.
NL-22