5. Vóór inbedrijfstelling
•
Alleen foutloze en geschikte schroefbits ge-
bruiken.
•
Bij het schroeven in wanden en muren moet u
deze controleren op verborgen stroom-, gas-
en waterleidingen.
Aanwijzing!
De schroevendraaier is uitgerust met een klauw-
kopppeling. De spil draait pas wanneer de schroef
in het werkstuk wordt gedrukt.
5.1 Laden van de LI-accupack (afb. 2-3)
1. Accupack (a) uit de handgreep trekken, terwi-
jl u de grendelknop (b) naar beneden drukt.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (c) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Schuif de accu op de lader.
Onder punt 10 (indicatie lader) vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie aan
de lader.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan:
•
of aan het stopcontact de netspanning aan-
wezig is,
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
van de lader voorhanden is.
Indien het laden van de accupack nog altijd niet
mogelijk is, dan verzoeken wij u
•
de lader en de laadadapter
•
en de accupack
op te sturen aan onze klantendienst.
Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu's resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
Anl_TP_DY_18_Li_BL_SPK13.indb 73
Anl_TP_DY_18_Li_BL_SPK13.indb 73
NL
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
5.2 Accu-capaciteitsindicatie (afb. 4, pos. d).
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (e). De accu-capaciteitsindicatie (d) signa-
leert de laadtoestand van de accu aan de hand
van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6. Bediening
6.1 Draairichtingsschakelaar (afb. 5, pos. 3).
Met de schuifschakelaar boven de Aan/Uit-
schakelaar kunt u de draairichting van de accu
schroevendraaier instellen en de schroeven-
draaier beveiligen tegen ongewild inschakelen. U
kunt kiezen tussen links- en rechtsloop. Om een
beschadiging van de transmissie te vermijden
mag de draairichting alleen in stilstand worden
omgeschakeld. Als de schuifschakelaar zich in
de middelste stand bevindt, dan is de Aan/Uit-
schakelaar geblokkeerd.
6.2 Aan/Uit-schakelaar (afb. 5, pos. 4)
Met de Aan/Uit-schakelaar kunt u het toerental
traploos regelen. Hoe verder u de schakelaar in-
drukt, des te hoger het toerental.
Inschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (4) indrukken.
Continu bedrijf:
Aan/Uit-schakelaar (4) met Aan-vergrendeling (5)
beveiligen.
- 73 -
17.04.2024 10:51:22
17.04.2024 10:51:22