van de kookplaat voorkomen. De afstand van het
tussenschot tot de elektrische aansluiting van het
apparaat dient minstens 10 mm te bedragen.
→ Fig.
, → Fig.
3
4
Apparaat positioneren
Opmerking: Plak het apparaat niet met silicone op
het werkblad.
Leg de kookplaat met de bovenkant naar bene-
1.
den op een gladde, stabiele ondergrond.
Plak de meegeleverde kleefafdichting op de on-
2.
derkant van de kookplaat. De kleefafdichting voor-
komt het binnendringen van vloeistoffen.
→ Fig.
5
Schroef de meegeleverde klemmen in de aange-
3.
geven positie er zo in dat ze vrij kunnen draaien.
→ Fig.
6
Draai de kookplaat om en plaats deze in de uit-
4.
sparing. Plaats de kookplaat tegen de voorrand
van de uitsparing.
→ Fig.
7
Draai de klemmen en trek ze aan.
5.
→ Fig.
8
De positie van de klemmen is afhankelijk van de
dikte van het werkblad.
Apparaat demonteren
Ontkoppel het apparaat van de stroom- en gas-
1.
aansluitingen.
Draai de klemmen los en volg de procedure in
2.
omgekeerde volgorde.
Gas aansluiten
Houd u aan de richtlijnen van het betreffende land.
VOORZICHTIG ‒ Kans op explosie!
Een gaslek kan een explosie veroorzaken.
Controleer na werkzaamheden aan de aansluitin-
▶
gen deze altijd of deze dicht zijn.
¡ Plaats de gasaansluiting zo, dat de afsluitkraan
toegankelijk is.
¡ Zorg ervoor dat de informatie over type gas en
gasdruk zoals vermeld op het typeplaatje overeen-
komen met de lokale aansluitvoorwaarden.
¡ Sluit het apparaat aan op een starre gasleiding of
een flexibele metalen leiding.
¡ De flexibele metalen leiding mag niet in contact
komen met bewegelijke delen van het meubel
waarin het apparaat is ingebouwd, (bijv. een lade)
en mag niet door ruimtes leiden, die geblokkeerd
kunnen worden.
¡ Gasaansluitbeugel op het apparaat: R 1/2 .
¡ De gasaansluitbeugel niet bewegen of verdraaien.
Reserve-onderdelen voor gasaansluiting
U kunt onderdelen voor de gasaansluiting krijgen via
de technische service.
Afdichting
Gasaansluitbeugel: G 1/2
Gasaansluiting R 1/2
→ Fig.
9
Gasaansluiting G 1/2
Vervang de gasaansluitbeugel op het apparaat
1.
door de in de zak met toebehoren meegeleverde
gasaansluitbeugel G 1/2.
→ Fig.
10
Plaats de afdichting tussen de gasaansluiting van
2.
het apparaat en de gastoevoer.
→ Fig.
11
Elektrische aansluiting
¡ Het apparaat is van type Y: de aansluitkabel mag
niet door de gebruiker, maar uitsluitend door de
technische service worden vervangen. Houd het
kabeltype en de minimale aderdiameter aan.
¡ De kookplaten worden met een voedingskabel
met of zonder stekker geleverd.
¡ Sluit apparaten die met een stekker zijn uitgerust,
uitsluitend aan op stopcontacten met een correct
geïnstalleerde randaarde.
¡ Wanneer de stekker voor de gebruiker niet toe-
gankelijk is, een alpolige scheidende veiligheids-
automaat met een minimale contactopening van 3
mm installeren.
→ Fig.
Omschakeling naar een ander gastype
Wanneer de voorschriften van een land het toelaten,
kan dit apparaat aan andere typen gas aanpassen
worden aangepast, voor zover deze op het type-
plaatje zijn vermeld.
De passende onderdelen vindt u in de zak die met
het apparaat is meegeleverd, of u kunt ze betrekken
via de service. In de tabel → Fig.
betreffende brander en het betreffende gastype de
passende combinatie.
Spaarbrander
Normale brander
Sterke brander
Regulering van de kraan
Zet de draaiknop op de minimale vermogensstand
1.
en trek deze er uit.
Druk met de punt van de schroevendraaier op de
2.
flexibele rubberen houder, om bij de bypass-
schroef te komen.
→ Fig.
Verwijder nooit de afdichtring. De afdichtingen
voorkomen dat er vloeistof of vuil in het binnenste
van het apparaat komt, wat een nadelige invloed
op de werking kan hebben.
Houd voor het instellen van de bypass-schroeven
3.
(M) de Tabel → Fig.
A: Draai de bypass-schroeven stevig aan.
‒
B: De bypassschroeven moeten vlak aansluiten
‒
op de omranding.
→ Fig.
Koppen vervangen
Verwijder roosters, branderdeksels en verdelers.
1.
Zet de koppen er met de passende moersleutel er
2.
weer in en draai ze zorgvuldig vast, om de lek-
dichtheid te waarborgen.
→ Fig.
Erop letten dat de kop tijdens het afnemen of het
bevestigen niet losraakt.
00034308
10006024
Apparaat weer inbouwen
Bouw de apparaatcomponenten in omgekeerde
▶
volgorde weer in.
Functionaliteit controleren
Controleer of het draaien van de draaiknop tussen
1.
de positie voor maximaal vermogen en de positie
voor minimaal vermogen niet tot het doven van de
brander of flashback leidt.
Controleer wanneer de gasuitstroming van de
2.
brander niet correct is in de Tabel → Fig.
kop en de stand van de bypass-schroef correct
zijn.
12
13
aan.
16
14
15
vindt u voor de
16
of de
16
17