4
Monteren
Transportinstructie
Het reservoir moet aan de draagkommen worden gedra-
gen. Het reservoir mag niet aan de grepen op het deksel
worden gedragen!
4.1
Installatie plaatsen
Zorg voor voldoende ruimte voor onderhoudswerkzaamheden conform de richtlijnen en normen (DIN EN 12056-4 en
DIN EN 12050-1). Wij adviseren minimaal 60 cm vrije ruimte rondom de installatie.
Als een geluiddempende ondermat is voorzien, moet hij zo worden geplaatst dat de installatie erop kan staan.
Voorwaarden:
De vloer waarop de installatie moet worden geplaatst, moet vlak en voldoende draagkrachtig zijn. Houd rekening met het
gewicht in gevulde toestand: het reservoirvolume in kg plus 70 tot 250 kg, afhankelijk van de variant.
De ondergrond moet geschikt zijn voor vloerbevestigingen die moeten voorkomen dat de installatie mogelijk in de pomp-
put gaat drijven (0,9 kN per schroef).
Aansluitleidingen (toevoer, uitloop en be- en ontluchting) moeten zelfdragend worden bevestigd: ze mogen de installatie
niet belasten.
4.2
Leidingen monteren
4.2.1
Toevoer monteren
Voor de toevoer zijn twee aansluitmogelijkheden voorzien:
een in hoogte verstelbare aansluiting tegenover de pers-
leiding (uitgevoerd als boorvlak)
twee niet in hoogte verstelbare aansluitingen
80 / 116
Inbouw- en bedieningshandleiding