Onderhoud uitvoeren aan de
bevestiging
De zaagketting controleren
Controleer de zaagketting dagelijks.
1. Controleer of de klinknagels en schakels vrij zijn van
scheuren.
2. Controleer of de zaagketting voldoende stug is.
3. Vergelijk de zaagketting met een nieuwe om te
bepalen of de klinknagels en schakels versleten zijn.
4. Gooi de zaagketting weg als deze één of enkele van
bovenstaande punten vertoont.
5. Vervang de zaagketting wanneer de zaagtanden zijn
afgesleten en korter zijn dan 4 mm
Het kettingaandrijfwiel onderzoeken
1. Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijfwiel.
2. Vervang het kettingaandrijfwiel als deze versleten is
en zich heen en weer beweegt op de motoras.
De geleider controleren
1. Controleer of het oliekanaal niet verstopt is. Reinig
indien nodig.
774 - 007 - 23.05.2024
2. Controleer de randen van de geleider op bramen.
Verwijder bramen met een vijl.
3. Reinig de groef in het zaagblad.
4. Controleer de geleidergroef op slijtage. Vervang het
zaagblad indien nodig.
5. Controleer de punt van de geleider op ruwheid en
overmatige slijtage.
6. Controleer of het neuswiel van het zaagblad soepel
draait en of de smeeropening in het neuswiel van
het zaagblad open is. Maak schoon en smeer indien
nodig.
7. Draai de geleider dagelijks om de levensduur te
verlengen.
49