Luchtfilter
Wring het schuimelement niet uit als je erin knijpt.
Hierdoor kan het scheuren.
6. Plaats het schuimelement in het luchtfilterhuis.
TIP: Zorg ervoor dat het afdichtingsvlak van het schuimelement goed aansluit op het luchtfil-
ter, zodat er geen luchtlekkage ontstaat.
De motor mag nooit draaien zonder het schuimele-
ment; overmatige zuiger- en cilinderslijtage kan het
gevolg zijn.
7. Plaats het deksel van de luchtfilterkast op zijn oorspronkelijke plaats en draai de schroef
vast.
8. Plaats het deksel en draai de schroeven vast.
Geluiddemperafscherming en vonkenvanger
De motor en de geluiddemper zijn
zeer heet nadat de motor heeft
gelopen. Raak de motor en de
geluiddemper tijdens inspectie of
reparatie niet aan met enig deel van
uw lichaam of kleding als ze nog
heet zijn.
1. Verwijder de schroeven ,
2. Verwijder de knaldop , het knaldemperrooster en de vonkenvanger.
3. Reinig de koolaanslag op de uitlaatdemper en de vonkenvanger met een staalborstel.
Gebruik bij het reinigen een lichte staalborstel om
beschadiging of krassen op het geluiddemperrooster en
de vonkenvanger te voorkomen.
4. Controleer de geluiddemper en de vonkenvanger. Vervang ze als ze beschadigd zijn.
5. Installeer de vonkenvanger.
TIP: Lijn het uitsteeksel van de vonkenvanger uit met het gat in de uitlaatpijp
1. Verwijder de schroeven en
verwijder vervolgens het deksel .
2. Verwijder het luchtfilterdeksel .
3. Verwijder het schuimelement
4. Was het schuimelement in oplos-
middel en droog het.
5. Olie het schuimelement in en knijp
overtollige olie eruit. Het schui-
melement moet nat zijn, maar niet
druipen.
16