VOORBEREIDINGEN VOOR LIJMEN
•
De oppervlakken die u gaat lijmen, moeten
schoon, droog en vetvrij zijn.
•
Maak gladde oppervlakken eerst ruw
voordat u ze lijmt.
•
Gebruik geen brandbare oplosmiddelen
voor het schoonmaken.
•
De omgevingstemperatuur en het werkstuk
dat u gaat lijmen mogen niet kouder zijn
dan +5°C of warmer dan +50°C.
•
Verwarm snel afkoelende materialen (zoals
staal) voor een betere hechting.
LIJMEN
GEVAAR VAN BRANDWONDEN (De
!
lijm en de punt van de spuitmond
worden heel heet. Voorkom dat de
spuitmond of hete lijm in contact komt
met personen of dieren. Als hete lijm in
contact komt met de huid moet u de plek
onmiddellijk enkele minuten onder
stromend koud water houden. Probeer
niet om de lijm van de huid te
verwijderen.)
910 / 920 / 930
•
Wacht totdat het gereedschap de
werktemperatuur heeft bereikt (ongeveer
5 minuten).
•
Plaats lijmstick B.
•
Druk op trekker C.
940
•
Nadat de kabel is losgekoppeld, blijft het
gereedschap nog 5 minuten bruikbaar
voordat het opnieuw moet worden verhit.
•
Druk op trekker C om lijm op het gewenste
oppervlak aan te brengen.
•
Druk de delen tegen elkaar.
•
Laat de lijm afkoelen voor dat u het object
of oppervlak beetpakt.
OPMERKING: Voor het eerste gebruik moet u
mogelijk twee hele lijmsticks laden voordat de
lijm begint to stromen.
LIJMSTICKS
5
Dremel levert ook glitter- en kleurensticks
voor decoratieve doeleinden. Deze sticks zijn
speciaal ontworpen voor creatieve projecten en
lage temperatuur (105°C)
De kleurensticks kunnen ook worden gebruikt
voor decoratie van afdichtingen. Om snel
van kleur te kunnen wisselen verdient het
aanbeveling om de sticks in stukken van 3 cm
te snijden voordat u ze in het lijmpistool laadt.
GG01 = Multipurposelijm, 7 mm
GG02 = Multipurposelijm, 7 mm
GG03 = Houtlijm, 7 mm
GG04 = Glitterlijm, 7 mm
GG05 = Kleurlijm, 7 mm
GG11 = Multipurposelijm, 11 mm
GG13 = Houtlijm, 11 mm
OPMERKING: Gebruik geen glitter- of
kleurensticks bij hoge temperatuur. De anti-
druipfunctie werkt dan niet goed.
LIJMSTICKS WISSELEN
•
Probeer niet om het ongebruikte deel van
de lijmsick uit het gereedschap te halen.
•
Als u wilt wisselen naar een andere
lijmstick, maakt u de smeltkamer leeg door
de trekker in te drukken en plaatst u een
nieuwe stick.
SPUITMOND WISSELEN (940)
•
Zorg ervoor dat het gereedschap is
afgekoeld, de stekker uit het stopcontact is
gehaald en de schakelaar in de "uit"-stand
staat voordat u een andere spuitmond
plaatst.
•
Gebruik een moersleutel om de spuitmond
los te draaien van de behuizing.
•
Plaats een nieuwe spuitmond op de
behuizing en draai deze vast.
BEUGEL / KICKBEUGEL
Leg het lijmpistool niet op de zijkant terwijl het
heet is. Gebruik altijd de beugel.
•
Druk beugel D omlaag als u deze tijdelijk
niet gebruikt (910, 920, 930).
•
Druk op uitklapknop H om de beugel uit te
klappen (940).
Als u de beugel weer gaat gebruiken, drukt u
hem weer omhoog.
ONDERHOUD EN REINIGEN
GEEN ONDERDELEN DIE
!
ONDERHOUD VERGEN IN HET
APPARAAT. PREVENTIEF
ONDERHOUD UITGEVOERD DOOR
NIET-GEAUTORISEERD ONDERHOUDS-
PERSONEEL KAN LEIDEN TOT
VERKEERD AANSLUITEN VAN DRADEN
EN COMPONENTEN EN DAARDOOR
EEN ERNSTIG GEVAAR VORMEN.
Houd het gereedschap altijd schoon weer een
goede en correcte werking.
19