• Groenten zoals tomaten, aardappelen,
uien en knoflook mogen niet in de koelkast
worden bewaard.
• Boter en kaas: in een luchtdicht bakje
leggen of in aluminiumfolie of plastic
zakjes wikkelen, om zoveel mogelijk lucht
uit te sluiten.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de hoofdstukken over veiligheid.
7.1 Het reinigen van de binnenkant
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, moet u de binnenkant en de interne
accessoires wassen met lauwwarm water en
een beetje neutrale zeep om de typische geur
van een nieuw product te verwijderen.
Daarna moet u het grondig drogen.
LET OP!
Gebruik geen reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of reinigers op
oliebasis. Deze beschadigen de
afwerking.
LET OP!
De accessoires en onderdelen van het
apparaat zijn niet vaatwasserbestendig.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale
zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en
wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren
dat ze schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 Ontdooien van de koelkast
Rijp wordt tijdens normaal gebruik
automatisch van de verdamper van het
koelgedeelte verwijderd. Het dooiwater wordt
via een gootje afgevoerd naar een speciale
opvangbak aan de achterkant van het
• Flessen: afsluiten met een dop en op de
flessenplank van de deur plaatsen of
(indien beschikbaar) in het flessenrek.
• Raadpleeg altijd de houdbaarheidsdatum
van de producten, om te weten hoelang ze
bewaard kunnen worden.
apparaat, boven de compressor, waar het
verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje voor het
dooiwater onder de groentelades regelmatig
te reinigen, om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast
terechtkomt.
Gebruik hiervoor de buisreiniger die is
meegeleverd met het apparaat.
7.4 De vriezer ontdooien
LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen
hulpmiddelen om rijp van de verdamper
af te schrapen, omdat u deze hiermee
zou kunnen beschadigen.
Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te
versnellen, behalve middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur voordat je gaat
ontdooien een lagere temperatuur in om
voldoende koudereserve op te bouwen in
geval van mogelijke onderbrekingen
tijdens de werking.
NEDERLANDS
13