Montage (afb. B)
Het artikel wordt in transporttoestand in twee
delen geleverd. Monteer het als volgt:
• Haal het artikel uit de verpakking, druk de
pin in (3) en steek de stuurstang (2) op het
bodemdeel (1) van de Tri-Scooter.
Belangrijk: let erop dat de stuurstang
in het bodemdeel van de Tri-Scooter
vastklikt.
Pas op! Beknellingsgevaar!
Hoogte van de stuurstang
instellen (afb. C)
De stuurstang kan op drie verschillende
hoogten worden ingesteld. Het artikel
mag alleen worden gebruikt wanneer
de arrêteerknop in een van de drie hier-
toe voorziene boorgaten is geklikt en
de T-stang vervolgens met de snelslui-
ting is vergrendeld!
1. Ontgrendel de snelsluiting (4) aan de stuur-
stang (2).
2. Trek de T-stang (5) naar boven totdat de arrê-
teerknop (6) in een van de drie boorgaten (7)
vastklikt.
3. Vergrendel de T-stang (5) door de snelsluiting
(4) vast te zetten.
Aanwijzing: als de snelsluiting (4) te los zit,
kunt u de kartelschroef (8) aan de achterzijde
van de sluiting handmatig instellen.
Demontage
Druk de pin (3) aan de achterkant van het
bodemdeel van de Tri-Scooter in en trek de
stuurstang (2) eruit (afb. B).
Gebruik
Rijden
Zet een voet op de treeplank en zet uzelf met
uw andere been met regelmatige tussenpozen
af om snelheid te maken. De Tri-Scooter kan
door het stuur te bewegen of door het gewicht te
verplaatsen, of door een combinatie van beide
worden bestuurd.
14
NL/BE
Onderhoud
Vervangen van de voorste wieltjes
De voorste wieltjes kunnen worden vervangen.
Belangrijk!
Houd de technische gegevens in acht.
Wieltjes die een andere diameter
hebben kunnen de rijeigenschappen
veranderen en onder bepaalde om-
standigheden gevaarlijk zijn voor de
gebruiker. Gebruik geen wieltjes die
niet probleemloos kunnen worden
gemonteerd. Monteer nooit wieltjes
groter dan de oorspronkelijke wieltjes
van het artikel.
De wieltjes zijn aan slijtage onderhevig. Deze
slijtage is afhankelijk van vele factoren, zoals de
ondergrond, de lengte en het gewicht van de ge-
bruiker, de weersomstandigheden, het materiaal
en de hardheid van de wielen. Daarom dienen
de wielen af en toe te worden vervangen.
1. Haal de bouten van de beide voorste wieltjes
los met een passende inbussleutel.
2. Monteer de nieuwe wieltjes en zet deze vast
met de bouten.
Na het vervangen:
Verzeker u ervan dat alle bouten na
de eerste minuten rijden nog steeds
vastzitten en er niets is losgeraakt of
versoepeld. Draai de wielbouten nog
eens aan om zeker te stellen dat ze
goed vastzitten.
Opslag, reiniging
Het wordt aanbevolen het artikel na gebruik
grondig met water te reinigen en te laten
drogen. Verwijder kleine steentjes of andere
voorwerpen die eventueel aan de wieltjes zijn
blijven hangen. Bewaar het artikel altijd op een
droge plaats.
Afvalverwerking
Gooi uw afgedankte artikel ter
bescherming van het milieu niet bij het
huisafval, maar breng het naar een
erkende afvalinzamelaar. U kunt bij uw
gemeente informeren naar inzamelpunten en
hun openingstijden.